Alle foute naambordjes vervangen?
Op 3 november vorig jaar stond er bij de ingezonden brieven in de Volkskrant een oproepje van Hans Doets uit Delft: “Als we de naam Coentunnel nu eens veranderen in De Komtunnel? Zou een grote symbolische stap zijn om recht te doen aan de nazaten van ons slavernijverleden.”
Bij de naam Jan Pieterszoon Coen denken we aan de successen van de VOC, maar ook steeds vaker aan de wandaden: Coen liet duizenden inwoners van de Molukse Banda-eilanden vermoorden om een handelsmonopolie op nootmuskaat te verkrijgen. Misschien niet iemand naar wie je een belangrijke tunnel genoemd wilt hebben. (Of van wie je een standbeeld wilt hebben: de gemeente Hoorn discussieert al jaren over het al dan niet verwijderen van een standbeeld van deze zeevaarder.)
Black Lives Matter
Doets’ pleidooi om de tunnel te vernoemen naar de Surinaamse antikoloniale schrijver Anton de Kom (1898-1945) kwam drie jaar na de wereldwijde Black Lives Matter-protesten. Door deze beweging, die strijdt tegen institutioneel racisme, kwamen overal ter wereld de namen van straten, bruggen en tunnels extra onder het vergrootglas te liggen. Die bleken vaak wel erg weinig inclusief – en soms zelfs regelrecht controversieel.
In 2021 hingen actievoerders dan ook alternatieve straatnaambordjes op in straten die waren genoemd naar “zeeschurken”. De Jan Pieterszoon Coenstraat in Den Bosch werd bijvoorbeeld voor een dagje de Lindsey Rundbergstraat, genoemd naar een hedendaagse bewoonster die zich sterk maakt voor haar stad. “Het doel van de actie is te bereiken dat mensen zich bewust worden van het Nederlandse koloniale en slavernijverleden, en dat er in het onderwijs educatie komt over dit verleden”, zo stelden de actievoerders.
Hoe staat het er nu mee? Kunnen we veranderingen verwachten vanuit de politiek of blijft dit domein vooral voer voor activisten en ingezondenbrievenschrijvers?
Meer participatie
De stad waar misschien wel de meeste aandacht is gekomen voor een diverser straatnamenbeleid is Amsterdam. In de zomer van 2021 meldden verschillende media dat de voormalige straatnamencommissie van die stad plaats moest maken voor de Adviesraad Naamgeving Openbare Ruimten – een verandering die meer was dan een naamswijziging alleen. De vijfkoppige nieuwe adviesraad kreeg een duidelijke boodschap mee: meer inclusie en diversiteit in namen. “En dat was nodig”, zegt voorzitter Charlotte Riem Vis. “Van de straatnamen vernoemd naar personen verwees dertien procent naar een vrouw en zevenentachtig procent naar een man. Witte mannen, met name.”
De raad buigt zich over níéuwe namen. Inmiddels hebben honderdzeventig nieuwe straten een naam gekregen, waarvan meer dan de helft namen van vrouwen. Maar wat ook nieuw is: de raad vraagt Amsterdammers mee te denken. Architect Wouter Pocornie, die ook deel uitmaakt van de adviesraad: “Via websites roepen we mensen op om namen te bedenken, we gaan naar scholen en instituten, benaderen experts. Er is meer participatie; zo wordt naamgeving iets van alle Amsterdammers.” De uitdaging bij een dergelijke oproep – bedenk namen van mensen die hebben bijgedragen aan de geschiedenis van het gebied – is om straks niet weer uit te komen op een lijst van mannennamen, erkent Pocornie. “We moeten voorbij de dominante geschiedschrijving. Wij passen onze werkwijze aan om bijvoorbeeld tot namen van minder opzienbarende personen te komen.” Riem Vis: “Bijvoorbeeld van een markante buurtbewoner.” “Dit vraagt meer tijd en het vraagt ook om het verbeteren van relaties met Amsterdammers en organisaties”, vult Pocornie aan.
Vuistregels
Voor het benoemen van straten, pleinen en bruggen in de publieke ruimte gelden regels. Niet iedere naam die wordt voorgesteld maakt daardoor kans, zegt Jantje Steenhuis, die vanuit haar functie als stadsarchivaris voorzitter is van de straatnamencommissie in Rotterdam – want ook daar wordt intussen goed nagedacht over de namen van de straten. “Er is een aantal vuistregels. Zo mag een straat niet een naam krijgen die erg lijkt op een al bestaande naam in die plaats.” Nieuwe namen moeten vaak aansluiten bij een thema of categorie, zoals componisten, bloemen of burgemeesters. “En personen naar wie vernoemd wordt, moeten minstens vijf jaar ervoor overleden zijn. Dat laatste is bedoeld om te voorkomen dat je een straat vernoemt naar iemand die dan alsnog in opspraak raakt.”
Maar de recente ophef over straatnamen laat wel zien dat die controverse ook later kan ontstaan, bijvoorbeeld door een nieuwe kijk op de geschiedenis, zoals het geval is met J.P. Coen. Of, in België, met Leopold II. De in 1986 geopende Leopold II-tunnel in Brussel kreeg in 2022 een andere naam. Leopold was inmiddels bij veel Belgen omstreden vanwege wandaden in de voormalige Congo-Vrijstaat, die hadden plaatsgevonden onder zijn bewind.
Aangezien slechts 6,1 procent van de straten, pleinen en tunnels in de Belgische hoofdstad naar een vrouw was vernoemd, kreeg de tunnel de naam van een vrouw. Wie nu vanuit het westen Brussel in rijdt, doet dat via de met vrouwenportretten gesierde Annie Cordytunnel, naar de Belgische zangeres die in 2020 overleed.
Toelichting via QR-code
Rotterdam deed naar aanleiding van de maatschappelijke discussie enkele jaren geleden onderzoek naar zijn koloniale verleden. Het resulteerde in het plan om ‘beladen’ straatnamen te voorzien van context, want hernoemen is volgens Steenhuis geen optie. “Er is een juridische kant – een benoeming is een eenzijdig besluit van de gemeente, daar is geen beroep of bezwaar tegen mogelijk – en een praktische kant. Straatnamen staan wereldwijd in allerlei systemen; bewoners en bedrijven krijgen ineens een ander adres. Dat is nogal wat. Onze vuistregel is: pas wanneer iedereen in een straat het een goed idee vindt, kan de commissie de gemeente adviseren de straatnaam te wijzigen.”
En er is nog een reden om niet te hernoemen, zegt Steenhuis. “Straatnamen zijn onderdeel van de geschiedenis. Ze zeggen iets over ons denken en over wisselende perspectieven.” Ze geeft een voorbeeld. “Het VOC-plein in Delfshaven kreeg jaren geleden vanuit een bewonersinitiatief een bordje met daarop de zinsnede: ‘een uiterst succesvol Nederlands handelsbedrijf’. Een mevrouw benaderde ons onlangs omdat ze die tekst aangepast wilde hebben. Dat snap ik: inmiddels is het perspectief verbreed. We zien de VOC niet alleen als succesvol bedrijf, maar ook als een bedrijf dat slachtoffers maakte.”
Om recht te doen aan het beladen verleden, werkt de gemeente nu aan een toelichting op dertig beladen namen. Die zijn straks te lezen via een QR-code. Maar het maken van die teksten voor de controversiële namen, zoals die van vlootvoogden, blijkt lastig, zegt Steenhuis. “Het is nog niet zo makkelijk om recht te doen aan de verschillende perspectieven.”
Hoewel er dus geen straten hernoemd worden in Rotterdam, zijn er wel diversere, nieuwe namen bij gekomen. In de Rotterdamse wijk Charlois zijn vijf nieuwe straten vernoemd naar mensen die streden tegen slavernij en koloniale overheersing:
- Tulastraat: naar de leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795.
- Thicopad: naar de leider van de Arubaanse slavenopstand in 1795.
- Janey Tetarypad: naar de contractarbeider die in opstand kwam tegen de koloniale onderdrukking in Suriname.
- Virginia Gaaipad: naar de vrouw die in verzet kwam tegen slavernij op Aruba.
- Bonipad: naar de leider die vanuit Fort Boekoe in Suriname slaafgemaakten bevrijdde uit plantages.
Ook wordt er meer naar vrouwennamen gezocht. In Nederland besloten onder meer Putten, Groningen, Den Haag, Utrecht en het buurtschap Crailo straten, soms hele buurten in nieuwbouwwijken, te vernoemen naar vrouwen. In België lanceerde presentatrice Sofie Lemaire in 2019 de campagne #meervrouwopstraat. Er werd zelfs een hele tv-serie gewijd aan de zoektocht naar bijzondere vrouwen in de hoop hun een eigen straat of plek te geven. Dat werkte: in onder meer Antwerpen, Gent, Brugge, Mechelen en Leuven kregen tientallen straten, pleinen, bruggen en parken de naam van een vrouw.
Onlangs opperde een bewoner de Prins Bernhardkade te hernoemen.
Geleidelijke transitie
Ondanks alle inspanningen verloopt de transitie langzaam. Zoveel wordt er niet gebouwd, en soms ligt een naam ook langere tijd op de plank voordat er een geschikte locatie is gevonden. “Voor Annie M.G. Schmidt zochten we een plek die een relatie had met haar werk”, zegt Steenhuis. “Die kreeg ze uiteindelijk na de vernieuwde aanleg van het plein nabij een bibliotheek in Rotterdam-Zuid.” Ook voor de Rotterdamse bioscoopondernemer Tuschinski was Rotterdam al langere tijd op zoek naar een mooie plek. Die ontstond toen met de aanleg van nieuwbouwwijk Little C een park werd ingericht. “Vlak bij de plek waar de joodse Tuschinski in de oorlog is weggevoerd”, vult Steenhuis aan. “Het park heet nu het Tuschinskipark.”
Straatnamen zijn onderdeel van de maatschappelijke discussie, weet Steenhuis. “Onlangs opperde een bewoner de Prins Bernhardkade te hernoemen. En toen het Russische leger Oekraïne binnenviel, kregen we meerdere suggesties om de Russischestraat te hernoemen. Op het moment dat er discussie ontstaat over een persoon of onderwerp, dan weten wij: er komt iets in beweging. Het laat zien dat straatnamen ertoe doen.”
HernoemingenStraten, pleinen en bruggen worden eerder van een toelichtend bordje voorzien dan hernoemd. Namen die wél veranderd zijn:
|
CoentunnelDe Coentunnel in Amsterdam houdt de gemoederen al jaren bezig, door de naamgever ervan: Jan Pieterszoon Coen, die als VOC’er de bijnaam “slager van Banda” kreeg vanwege de genocide die hij daar liet uitvoeren uit financieel gewin. “Toen in 2013 de tweede tunnelbuis werd gelegd, riep men op om de tunnel te hernoemen”, herinnert Hans Bennis zich. Bennis was als directeur van het Meertens Instituut zo’n vijftien jaar lid van de voormalige straatnamencommissie van Amsterdam. Toch adviseerde de commissie daartegen: “De Coentunnel was een ingeburgerde naam en hernoeming zou verwarring hebben opgeleverd. Bovendien wisten veel mensen helemaal niet dat de Coentunnel vernoemd is naar J.P. Coen en ze wisten ook niet wie dat was. Het verzet tegen de vernoeming van ‘koloniale helden van de VOC’ was destijds ook niet zo groot. Bovendien vonden we dat we niet bij iedere maatschappelijke ontwikkeling straten konden gaan hernoemen. Er was in die periode sowieso minder aandacht voor de maatschappelijke impact van straatnamen.” |
Verder lezen/luisteren
- Podcast Westcast, over de geschiedenis achter de straatnamen in de Amsterdamse Admiralen-, Chassé- en Zeeheldenbuurt
Eind 2018 dienden de Amsterdamse fracties van Amsterdam Bij1 en GroenLinks een motie in om onderzoek te doen naar straatnamen van historische figuren uit de koloniale tijd. Naar aanleiding van die motie doken studenten van de UvA in de geschiedenis van straatnamen in de Admiralenbuurt, de Chassébuurt en de Zeeheldenbuurt. Het resultaat: een podcast waarin buurtbewoners en experts op het gebied van straatnaamgeving, kolonialisme en slavernij vertelden over onder andere Witte de With en Michiel de Ruyter. De verhalen waren tijdelijk te beluisteren via QR-codes op grote informatieborden in de wijk. Wie ze nu wil horen, moet naar de website www.westcast.nl. De informatie is ook toegevoegd aan de straatnamenwebsite van Amsterdam. - Straatnamenkaart van Amsterdam
- Straatnamensite Rotterdam
Alsjeblieft!
Dit artikel uit het maart/aprilnummer van Onze Taal kreeg je cadeau.