Tussen die bergen kleding was er ook taalkundig wat te beleven. Want in mantelzorger is nog wel een mens herkenbaar (die ‘zorger’), maar hoe zit het dan bijvoorbeeld met die kousen? Daarvoor moet je de etymologische woordenboeken in duiken: kous was vroeger een denigrerende benaming voor een vrouw, en dat verklaart de ‘babbelkousen’ en ‘zeurkousen’. Maar wat er nou zo broekig is aan een lolbroek? Zo jassig aan een vechtjas? De naslagwerken geven er niet echt antwoord op.
Eén ding is in elk geval zeker: met deze bonte verzameling aan kledingstukken komen we de winter wel door. Alle inzenders: petje af!
Alsjeblieft!
Dit artikel uit het januari/februarinummer (2024) van Onze Taal kreeg je cadeau.
Wil jij ook meedenken met onze redactie?
Om op de hoogte te blijven van onze oproepjes en om erop te reageren, kun je ons volgen op Instagram of Facebook.