Engelse werkwoorden met een s (Nederlandse vervoeging)
werkwoord | betekenis | onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samplen | een digitaal muziekfragment maken/gebruiken | ik sample, jij/hij samplet | jij/hij samplede | gesampled |
sandboarden | surfen vanaf een zandheuvel | ik sandboard, jij/hij sandboardt | jij/hij sandboardde | gesandboard |
sandwichen | gemangeld worden; bepaalde manier van tv-programma's programmeren | ik sandwich, jij/hij sandwicht | jij/hij sandwichte | gesandwicht |
saven | opslaan | ik save, jij/hij savet | jij/hij savede | gesaved |
scammen | geld aftroggelen | ik scam, jij/hij scamt | jij/hij scamde | gescamd |
scannen | digitaal laten lezen; snel lezen; automatisch laten doorzoeken | ik scan, jij/hij scant | jij/hij scande | gescand |
scalen | schalen | ik scale, jij/hij scalet | jij/hij scalede | gescaled |
scatten | improviserend betekenisloze lettergrepen zingen | ik scat, jij/hij scat | jij/hij scatte | gescat |
scooteren | met een scooter rijden | ik scooter, jij/hij scootert | jij/hij scooterde | gescooterd |
schedulen | plannen | ik schedule, jij/hij schedulet | jij/hij schedulede | gescheduled |
scoopen | opvallend nieuws publiceren | ik scoop, jij/hij scoopt | jij/hij scoopte | gescoopt |
scoren | een doelpunt maken, in de wacht slepen | ik scoor, jij/hij scoort | jij/hij scoorde | gescoord |
scrabbelen | scrabble spelen | ik scrabbel, jij/hij scrabbelt | jij/hij scrabbelde | gescrabbeld |
scramblen | berichten digitaal versleutelen | ik scramble, jij/hij scramblet | jij/hij scramblede | gescrambled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: scrambelen | ik scrambel, jij/hij scrambelt | jij/hij scrambelde | gescrambeld | |
scrapen | content van websites halen (en zelf gebruiken) | ik scrape, jij/hij scrapet | jij/hij scrapete | gescrapet |
scratchen | een lp/plaat onder een naald van een pick-up heen en weer bewegen | ik scratch, jij/hij scratcht | jij/hij scratchte | gescratcht |
screenen | onderzoeken | ik screen, jij/hij screent | jij/hij screende | gescreend |
scripten | een draaiboek schrijven | ik script, jij/hij script | jij/hij scriptte | gescript |
scrollen | een pagina over het computerscherm laten rollen | ik scroll, jij/hij scrollt | jij/hij scrollde | gescrolld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik scrol, jij/hij scrolt | jij/hij scrolde | gescrold | |
scrubben | de huid masseren | ik scrub, jij/hij scrubt | jij/hij scrubde | gescrubd |
sealen | luchtdicht verpakken, verzegelen | ik seal, jij/hij sealt | jij/hij sealde | geseald |
searchen | zoeken | ik search, jij/hij searcht | jij/hij searchte | gesearcht |
secondlifen | het spel SecondLife spelen; een tweede, virtueel leven leiden | ik secondlife, jij/hij secondlifet | jij/hij secondlifete | gesecondlifet |
sellen | verkopen | ik sell, jij/hij sellt | jij/hij sellde | geselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik sel, jij/hij selt | jij/hij selde | geseld | |
sensen | voelen, registreren | ik sense, jij/hij senst | jij/hij senste | gesenst |
In de officiële spelling: | ik sense, jij/hij senset | jij/hij sensete | gesenset | |
sequencen | volgorde bepalen | ik sequence, jij/hij sequencet | jij/hij sequencete | gesequencet |
serven | (bv. bij tennis) opslaan | ik serve, jij/hij servet | jij/hij servede | geserved |
servicen | onderhoudsbeurt geven, de service verzorgen | ik service, jij/hij servicet | jij/hij servicete | geservicet |
settelen | vestigen; afhandelen | ik settel, jij/hij settelt | jij/hij settelde | gesetteld |
setten | instellen; regelen | ik set, jij/hij set | jij/hij sette | geset |
set-uppen | opslaan | ik set-up, jij/hij set-upt | jij/hij set-upte | geset-upt |
sexten | seksueel getinte tekstberichten en foto's sturen | ik sext, jij/hij sext | jij/hij sextte | gesext |
shaken | schudden | ik shake, jij/hij shaket | jij/hij shakete | geshaket |
shampooën | wassen/schoonmaken met shampoo | ik shampoo, jij/hij shampoot | jij/hij shampoode | geshampood |
shapen | modelleren | ik shape, jij/hij shapet | jij/hij shapete | geshapet |
sharen | delen | ik share, jij/hij sharet | jij/hij sharede | geshared |
shaven | scheren (met een elektrisch apparaat) | ik shave, jij/hij shavet | jij/hij shavede | geshaved |
shelteren | schuilen; beschutten | ik shelter, jij/hij sheltert | jij/hij shelterde | geshelterd |
shiften | verwisselen; verschuiven | ik shift, jij/hij shift | jij/hij shiftte | geshift |
shimmyen | slingeren onder het rijden/vliegen | ik shimmy, jij/hij shimmyt | jij/hij shimmyde | geshimmyd |
shinen | stralen, schitteren, vlammen | ik shine, jij/hij shinet | jij/hij shinede | geshined |
shippen | verzenden, vaak van een via internet besteld product | ik ship, jij/hij shipt | jij/hij shipte | geshipt |
shocken | choqueren; een shockbehandeling toepassen | ik shock, jij/hij shockt | jij/hij shockte | geshockt |
shooten | een fotoreportage maken | ik shoot, jij/hij shoot | jij/hij shootte | geshoot |
shopliften | winkeldiefstallen plegen | ik shoplift, jij/hij shoplift | jij/hij shopliftte | geshoplift |
shoppen | winkelen; verschillende aanbiedingen vergelijken | ik shop, jij/hij shopt | jij/hij shopte | geshopt |
shortcoveren | financiële positie afdekken | ik shortcover, jij/hij shortcovert | jij/hij shortcoverde | geshortcoverd |
shorten | aandelen verkopen die men niet bezit om ze later tegen een lagere koers in te kopen | ik short, jij/hij short | jij/hij shortte | geshort |
shortsellen | aandelen verkopen in de verwachting dat de koers zal gaan dalen | ik shortsell, jij/hij shortsellt | jij/hij shortsellde | geshortselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik shortsel, jij/hij shortselt | jij/hij shortselde | geshortseld | |
shorttracken | schaatsen op een kleine baan | ik shorttrack, jij/hij shorttrackt | jij/hij shorttrackte | geshorttrackt |
shotten | verdovende middelen injecteren | ik shot, jij/hij shot | jij/hij shotte | geshot |
showen | tonen; zich uitsloven | ik show, jij/hij showt | jij/hij showde | geshowd |
shredden | vernietigen; versnipperen | ik shred, jij/hij shredt | jij/hij shredde | geshred |
shredderen | vernietigen; versnipperen | ik shredder, jij/hij shreddert | jij/hij shredderde | geshredderd |
shufflen | herschikken | ik shuffle, jij/hij shufflet | jij/hij shufflede | geshuffled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: shuffelen | ik shuffel, jij/hij shuffelt | jij/hij shuffelde | geshuffeld | |
shunten | parallel schakelen | ik shunt, jij/hij shunt | jij/hij shuntte | geshunt |
shuttlen | pendelen | ik shuttle, jij/hij shuttlet | jij/hij shuttlede | geshuttled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: shuttelen | ik shuttel, jij/hij shuttelt | jij/hij shuttelde | geshutteld | |
sightseeën | bezienswaardigheden bezoeken | ik sightsee, jij/hij sightseet | jij/hij sightseede | gesightseed |
sit-uppen | buikspieroefeningen doen | ik sit-up, jij/hij sit-upt | jij/hij sit-upte | gesit-upt |
singlen | een enkelspel spelen | ik single, jij/hij singlet | jij/hij singlede | gesingled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: singelen | ik singel, jij/hij singelt | jij/hij singelde | gesingeld | |
skateboarden | rijden op een plank met wieltjes | ik skateboard, jij/hij skateboardt | jij/hij skateboardde | geskateboard |
skaten | schaatsen | ik skate, jij/hij skatet | jij/hij skatete | geskatet |
skeeleren | rolschaatsen | ik skeeler, jij/hij skeelert | jij/hij skeelerde | geskeelerd |
skiffen | roeien in een skiff | ik skiff, jij/hij skifft | jij/hij skiffte | geskifft |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik skif, jij/hij skift | jij/hij skifte | geskift | |
skimboarden | surfen op een surfplank die in ondiep water wordt gegooid voordat men erop springt | ik skimboard, jij/hij skimboardt | jij/hij skimboardde | geskimboard |
skimmen | magneetstrip van een betaalpasje kopiëren | ik skim, jij/hij skimt | jij/hij skimde | geskimd |
skinnydippen | naakt pootjebaden | ik skinnydip, jij/hij skinnydipt | jij/hij skinnydipte | geskinnydipt |
skippen | overslaan | ik skip, jij/hij skipt | jij/hij skipte | geskipt |
skippyen | met een skippybal springen | ik skippy, jij/hij skippyt | jij/hij skippyde | geskippyd |
skydiven | een vrije val maken alvorens de parachute te openen | ik skydive, jij/hij skydivet | jij/hij skydivede | geskydived |
skypen | telefoneren via internet | ik skype, jij/hij skypet | jij/hij skypete | geskypet |
skysurfen | uit een vliegtuig of luchtballon springen met een board aan de voeten | ik skysurf, jij/hij skysurft | jij/hij skysurfte/ skysurfde | geskysurft/ geskysurfd |
slacklinen | balanceren op het slappe touw (als sport) | ik slackline, jij/hij slacklinet | jij/hij slacklinede | geslacklined |
slamdancen | dansen met hoge sprongen | ik slamdance, jij/hij slamdancet | jij/hij slamdancete | geslamdancet |
slammen | poëzie rappen op een podium | ik slam, jij/hij slamt | jij/hij slamde | geslamd |
slenderen | afvallen | ik slender, jij/hij slendert | jij/hij slenderde | geslenderd |
slicen | in plakken snijden; (tennis) de bal met een terugdraaiend effect slaan | ik slice, jij/hij slicet | jij/hij slicete | geslicet |
sliden | een sliding maken | ik slide, jij/hij slidet | jij/hij slidede | geslided |
slippen | schuiven, wegglijden, uitglijden | ik slip, jij/hij slipt | jij/hij slipte | geslipt |
slitten | sleuven stansen in golfkarton | ik slit, jij/hij slit | jij/hij slitte | geslit |
slopestylen | sport waarbij men tijdens een afdaling acrobatische sprongen moet maken (o.m. bij skiën en mountainbiken) | ik slopestyle, jij/hij slopestylet | jij/hij slopestylede | geslopestyled |
slowen | langzaam dansen | ik slow, jij/hij slowt | jij/hij slowde | geslowd |
smashen | een smash slaan | ik smash, jij/hij smasht | jij/hij smashte | gesmasht |
smilen | glimlachen | ik smile, jij/hij smilet | jij/hij smilede | gesmiled |
smirten | flirten tijdens het roken | ik smirt, jij/hij smirt | jij/hij smirtte | gesmirt |
smoothen | verzachten; egaler maken | ik smooth, jij/hij smootht | jij/hij smoothte/ smoothde | gesmootht/ gesmoothd |
sms'en | een sms-bericht sturen | ik sms, jij/hij sms't | jij/hij sms'te | ge-sms't |
snacken | tussendoortjes eten | ik snack, jij/hij snackt | jij/hij snackte | gesnackt |
snailmailen | per gewone post versturen | ik snailmail, jij/hij snailmailt | jij/hij snailmailde | gesnailmaild |
snapchatten | iets delen/versturen via Snapchat; gebruikmaken van Snapchat | ik snapchat, jij/hij snapchat | jij/hij snapchatte | gesnapchat |
snappen | iets delen/versturen via Snapchat; gebruikmaken van Snapchat | ik snap, jij/hij snapt | jij/hij snapte | gesnapt |
sneaken | sluipen, stiekem ergens op afgaan of vandaan gaan | ik sneak, jij/hij sneakt | jij/hij sneakte | gesneakt |
sneeuwsurfen | surfen over de sneeuw | ik sneeuwsurf, jij/hij sneeuwsurft | jij/hij sneeuwsurfte/ sneeuwsurfde | gesneeuwsurft/ gesneeuwsurfd |
sneldaten | een aantal zeer korte ontmoetingen achter elkaar houden | ik sneldate, jij/hij sneldatet | jij/hij sneldatete | gesneldatet |
sniffen | (computer)gegevens 'uit de lucht plukken' | ik sniff, jij/hij snifft | jij/hij sniffte | gesnifft |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik snif, jij/hij snift | jij/hij snifte | gesnift | |
snookeren | snooker spelen | ik snooker, jij/hij snookert | jij/hij snookerde | gesnookerd |
snoozen | soezen in bed voor het opstaan; een wekker met tussenpozen laten afgaan | ik snooze, jij/hij snoozet | jij/hij snoozede | gesnoozed |
snowboarden | sneeuwsurfen | ik snowboard, jij/hij snowboardt | jij/hij snowboardde | gesnowboard |
socceren | voetbal spelen | ik soccer, jij/hij soccert | jij/hij soccerde | gesoccerd |
socializen | informeel contact hebben met anderen | ik socialize, jij/hij socializet | jij/hij socializede | gesocialized |
sofasurfen | tijdens reizen bij de lokale bevolking overnachten | ik sofasurf, jij/hij sofasurft | jij/hij sofasurfte/ sofasurfde | gesofasurft/ gesofasurfd |
softballen | honkbal met een zachtere bal | ik softbal, jij/hij softbalt | jij/hij softbalde | gesoftbald |
soften | intiem dansen | ik soft, jij/hij soft | jij/hij softte | gesoft |
softsellen | verkopen zonder harde methoden | ik softsell, jij/hij softsellt | jij/hij softsellde | gesoftselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik softsel, jij/hij softselt | jij/hij softselde | gesoftseld | |
soundchecken | nagaan of de geluidsweergave goed is | ik soundcheck, jij/hij soundcheckt | jij/hij soundcheckte | gesoundcheckt |
soundmixen | geluiden op elkaar afstemmen; bekende liedjes zingen met een muziekband | ik soundmix, jij/hij soundmixt | jij/hij soundmixte | gesoundmixt |
sourcen | bronnen beschikbaar maken | ik source, jij/hij sourcet | jij/hij sourcete | gesourcet |
spacen | uit elkaar plaatsen | ik space, jij/hij spacet | jij/hij spacete | gespacet |
spammen | spam versturen | ik spam, jij/hij spamt | jij/hij spamde | gespamd |
sparren | oefenen met een partner, als oefenpartner fungeren, ideeën uitwisselen | ik spar, jij/hij spart | jij/hij sparde | gespard |
spawnen | voortbrengen; verschijnen in computerspel | ik spawn, jij/hij spawnt | jij/hij spawnde | gespawnd |
spearfishen | speervissen | ik spearfish, jij/hij spearfisht | jij/hij spearfishte | gespearfisht |
speechen | een toespraak houden | ik speech, jij/hij speecht | jij/hij speechte | gespeecht |
speeddaten | een aantal zeer korte ontmoetingen achter elkaar houden | ik speeddate, jij/hij speeddatet | jij/hij speeddatete | gespeeddatet |
speeddialen | snel verbinding maken, met een sneltoets een nummer kiezen | ik speeddial, jij/hij speeddialt | jij/hij speeddialde | gespeeddiald |
speedsurfen | met zeer hoge snelheid surfen | ik speedsurf, jij/hij speedsurft | jij/hij speedsurfte/ speedsurfde | gespeedsurft/ gespeedsurfd |
spenden | uitgeven | ik spend, jij/hij spendt | jij/hij spendde | gespend |
spideren | met bepaalde software het internet systematisch doorzoeken | ik spider, jij/hij spidert | jij/hij spiderde | gespiderd |
spimmen | spam versturen via chatsites of chatprogramma's | ik spim, jij/hij spimt | jij/hij spimde | gespimd |
spinnen | in een spin raken, tollen; de publieke opinie beïnvloeden; op een spinner sporten | ik spin, jij/hij spint | jij/hij spinde | gespind |
splashen | spetteren | ik splash, jij/hij splasht | jij/hij splashte | gesplasht |
splitten | uit elkaar gaan | ik split, jij/hij split | jij/hij splitte | gesplit |
spoilen | bederven | ik spoil, jij/hij spoilt | jij/hij spoilde | gespoild |
sponsoren | financieel ondersteunen | ik sponsor, jij/hij sponsort | jij/hij sponsorde | gesponsord |
spoofen | je via een alias op internet presenteren | ik spoof, jij/hij spooft | jij/hij spoofte | gespooft |
spoolen | dataverkeer regelen | ik spool, jij/hij spoolt | jij/hij spoolde | gespoold |
sporten | aan sport doen | ik sport, jij/hij sport | jij/hij sportte | gesport |
spotten | opmerken; bespieden | ik spot, jij/hij spot | jij/hij spotte | gespot |
sprayen | vernevelen; sproeien | ik spray, jij/hij sprayt | jij/hij sprayde | gesprayd |
spreadsheeten | een spreadsheet maken, met spreadsheets werken | ik spreadsheet, jij/hij spreadsheet | jij/hij spreadsheette | gespreadsheet |
sprinten | snel rennen/fietsen/schaatsen e.d. over een korte afstand | ik sprint, jij/hij sprint | jij/hij sprintte | gesprint |
spurten | zich haasten, rennen | ik spurt, jij/hij spurt | jij/hij spurtte | gespurt |
squashen | squash spelen | ik squash, jij/hij squasht | jij/hij squashte | gesquasht |
squatten | een domein kapen op internet; een kniebuiging maken met een gewicht op je nek | ik squat, jij/hij squat | jij/hij squatte | gesquat |
squirten | spuitend klaarkomen (van een vrouw) | ik squirt, jij/zij squirt | jij/zij squirtte | gesquirt |
stacken | stapelen; vetverbranders gebruiken | ik stack, jij/hij stackt | jij/hij stackte | gestackt |
stagediven | vanaf een podium in het publiek duiken | ik stagedive, jij/hij stagedivet | jij/hij stagedivede | gestagedived |
stagen | opvoeren op het toneel; | ik stage, jij/hij staget | jij/hij stagede | gestaged |
stalken | iemand hinderlijk volgen; steeds lastigvallen | ik stalk, jij/hij stalkt | jij/hij stalkte | gestalkt |
stand-uppen | als stand-up-comedian optreden | ik stand-up, jij/hij stand-upt | jij/hij stand-upte | gestand-upt |
starten | beginnen, op gang brengen | ik start, jij/hij start | jij/hij startte | gestart |
stashen | in het geheim opslaan | ik stash, jij/hij stasht | jij/hij stashte | gestasht |
stayeren | als stayer rijden/schaatsen | ik stayer, jij/hij stayert | jij/hij stayerde | gestayerd |
steamen | met geweld afpersen | ik steam, jij/hij steamt | jij/hij steamde | gesteamd |
steeplechasen | aan een steeplechase meedoen | ik steeplechase, jij/hij steeplechaset | jij/hij steeplechasete | gesteeplechaset |
stencilen | afdrukken | ik stencil, jij/hij stencilt | jij/hij stencilde | gestencild |
stenotypen | stenogrammen opnemen en uitwerken | ik stenotyp, jij/hij stenotypt | jij/hij stenotypte | gestenotypt |
steppen | fitness doen door op en van een bankje te stappen | ik step, jij/hij stept | jij/hij stepte | gestept |
stickeren | stickers plakken | ik sticker, jij/hij stickert | jij/hij stickerde | gestickerd |
stirren | de ingrediënten voor een cocktail roeren | ik stir, jij/hij stirt | jij/hij stirde | gestird |
stockcarracen | aan een hardrijwedstrijd meedoen in een gewone auto | ik stockcarrace, jij/hij stockcarracet | jij/hij stockcarracete | gestockcarracet |
stocken | opslaan | ik stock, jij/hij stockt | jij/hij stockte | gestockt |
stockjobben | handelen in effecten | ik stockjob, jij/hij stockjobt | jij/hij stockjobde | gestockjobd |
stockpicken | kansrijke effecten selecteren | ik stockpick, jij/hij stockpickt | jij/hij stockpickte | gestockpickt |
stonewashen | met stenen wassen om slijtage te suggereren | ik stonewash, jij/hij stonewasht | jij/hij stonewashte | gestonewasht |
storen | opslaan | ik store, jij/hij storet | jij/hij storede | gestored |
straighten | ontkroezen, ontkrullen | ik straight, jij/hij straight | jij/hij straightte | gestraight |
streaken | naakt rondrennen | ik streak, jij/hij streakt | jij/hij streakte | gestreakt |
streamen | tijdens het downloaden beluisteren of bekijken | ik stream, jij/hij streamt | jij/hij streamde | gestreamd |
streetdancen | een acrobatische dans uitvoeren | ik streetdance, jij/hij streetdancet | jij/hij streetdancete | gestreetdancet |
streetracen | een (illegale) hardrijwedstrijd met auto's op straat houden | ik streetrace, jij/hij streetracet | jij/hij streetracete | gestreetracet |
stressen | zich druk maken; zich gehaast gedragen | ik stress, jij/hij stresst | jij/hij stresste | gestresst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik stres, jij/hij strest | jij/hij streste | gestrest | |
stretchen | rek- en strekoefeningen doen | ik stretch, jij/hij stretcht | jij/hij stretchte | gestretcht |
strippen | blootleggen; een striptease uitvoeren | ik strip, jij/hij stript | jij/hij stripte | gestript |
stunten | onverwachte dingen doen | ik stunt, jij/hij stunt | jij/hij stuntte | gestunt |
stylen | ontwerpen; vormgeven; een bepaalde stijl meegeven | ik style, jij/hij stylet | jij/hij stylede | gestyled |
submitten | onderwerpen; insturen | ik submit, jij/hij submit | jij/hij submitte | gesubmit |
subscriben | zich inschrijven | ik subscribe, jij/hij subscribet | jij/hij subscribede | gesubscribed |
sucken | zuigen; vervelend zijn | ik suck, jij/hij suckt | jij/hij suckte | gesuckt |
suen | voor het gerecht dagen | ik sue, jij/hij suet | jij/hij suede | gesued |
In de officiële spelling: sueën | ik sue, jij/hij suet | jij/hij suede | gesued | |
supervisen | toezicht hebben | ik supervise, jij/hij superviset | jij/hij supervisede | gesupervised |
supplyen | bevoorraden | ik supply, jij/hij supplyt | jij/hij supplyde | gesupplyd |
supporten | steunen | ik support, jij/hij support | jij/hij supportte | gesupport |
surfboarden | op een surfboard zitten | ik surfboard, jij/hij surfboardt | jij/hij surfboardde | gesurfboard |
surfen | plankzeilen | ik surf, jij/hij surft | jij/hij surfte/ surfde | gesurft/ gesurfd |
surrounden | geluid instellen | ik surround, jij/hij surroundt | jij/hij surroundde | gesurround |
surveyen | onderzoeken | ik survey, jij/hij surveyt | jij/hij surveyde | gesurveyd |
survivalen | aan een overlevingstocht meedoen | ik survival, jij/hij survivalt | jij/hij survivalde | gesurvivald |
swappen | ruilen; wisselen | ik swap, jij/hij swapt | jij/hij swapte | geswapt |
sweepen | controleren op de aanwezigheid van afluisterapparatuur | ik sweep, jij/hij sweept | jij/hij sweepte | gesweept |
swingen | dansen; aan partnerruil doen | ik swing, jij/hij swingt | jij/hij swingde | geswingd |
swipen | bladeren op een aanraakscherm | ik swipe, jij/hij swipet | jij/hij swipete | geswipet |
switchen | omschakelen; van plaats wisselen | ik switch, jij/hij switcht | jij/hij switchte | geswitcht |
swypen | 'vegend' typen met Swype op een aanraakscherm | ik swype, jij/hij swypet | jij/hij swypete | geswypet |
syncen | synchroniseren | ik sync, jij/hij synct | jij/hij syncte | gesynct |
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail