Engelse werkwoorden met een q (Nederlandse vervoeging)
werkwoord | betekenis |
onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
quadden | rijden op een klein vierwielig motorrijtuig met brede banden en een motorstuur | ik quad, jij/hij quadt | jij/hij quadde | gequad |
quenchen | uitdoven, stilzetten | ik quench, jij/hij quencht | jij/hij quenchte | gequencht |
queryen | een zoekopdracht uitvoeren in een databank | ik query, jij/hij queryt | jij/hij queryde | gequeryd |
queuen | een rij vormen | ik queue, jij/hij queuet | jij/hij queuede | gequeued |
In de officiële spelling: queueën | ik queue, jij/hij queuet | jij/hij queuede | gequeued | |
quitten | opgeven; verlaten | ik quit, jij/hij quit | jij/hij quitte | gequit |
quizzen | deelnemen aan een quiz | ik quiz, jij/hij quizt | jij/hij quizde | gequizd |
quoten | citeren | ik quoot, jij/hij quoot | jij/hij quootte | gequoot |
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail