Voor het Nederlands = tegen het Engels?
Half november verscheen het boek Against English, waarin schrijvers (o.a. Japke-d. Bouma, Rita Zipora en Özcan Akyol) en wetenschappers (o.a. Lotte en Stine Jensen, Piet Gerbrandy en Ger Groot) zich uitspreken over het Engels in het Nederlands en in de Nederlandse samenleving. Alle zorgen en ergernissen over de verengelsing komen wel voorbij: het (onnodig) overnemen van Engelse woorden en jargon in allerlei domeinen, taalverdringing, Engels in de horeca, de neiging van Nederlanders om te pas en te onpas op het Engels over te schakelen, en het Engels in het lager en middelbaar onderwijs. Maar het meest maakt men zich zorgen over het hoger onderwijs, waarin het Engels steeds vaker de voertaal is. Verliest dit onderwijs daardoor niet aan kwaliteit? En wat zijn de gevolgen voor het Nederlands, als er in die taal niet meer op hoog niveau over wetenschap gediscussieerd kan worden?
Het beeld dat alle bijdragen samen schetsen, is dat we bezig zijn onze taal en cultuur te verkwanselen. Het Nederlands verengelst en de samenleving veramerikaniseert – en dat moeten we niet willen.
In diverse media verschenen voorpublicaties of besprekingen, zoals in De Groene Amsterdammer, NRC/Handelsblad, de Volkskrant, Trouw (2) en Het Financieele Dagblad.
Against English kreeg de nodige kritiek uit taalkundige hoek: er wordt van alles (taal, onderwijs, samenleving) op één grote hoop geveegd, het totaalbeeld dat geschetst wordt is eenzijdig, en wetenschappelijk bezien zijn de meeste bijdragen zwak of niet onderbouwd. Zie voor de voornaamste taalkundige bezwaren dit stuk van taalkundige Marten van der Meulen.
Ook Carel Jansen, taalkundige en voorzitter van het bestuur van Onze Taal, liet zich tegenover Radio 1 uit over het boek. Zijn mening: de rol van het Engels in het hoger onderwijs verdient zeker bijzondere aandacht, maar hij heeft als hoogleraar ook goede ervaringen met het Engels als voertaal tijdens colleges. En opkomen voor het Nederlands betekent voor hem niet vanzelf dat je het Engels moet bestrijden. Kennis van het Engels, zoals kennis van iedere vreemde taal, is voor iedereen een verrijking, dus: vóór het Nederlands, maar niet tégen het Engels. Op de website Neerlandistiek.nl licht hij zijn standpunt verder toe.
Zie ook het dossier over verengelsing op deze site.