Rudigullithi, kom je buiten spelen?
Je zoon of dochter de voornaam van je favoriete voetballer geven – Lionel, Diego, Virgil of Lieke – dat gebeurt waarschijnlijk heel vaak. Maar je kind de áchternaam van je idool geven, is een veel zeldzamer verschijnsel.
Toch gebeurt het, zo blijkt uit een artikel op NOS.nl. In de Engelse competitie voetbalt binnenkort een Peruaan die Kluiverth Aguilar heet (zijn oudere broer heet Rijkaard – het Ajax van 1995 moet grote indruk gemaakt hebben op hun ouders), en ze hebben daar ook al ene Neeskens Kebano rondlopen, een Congolees. Daarmee houdt het niet op, want in de Braziliaanse competitie speelt zowel ene Raikard Dos Santos Soares als – de allermooiste, qua naam – Rudigullithi da Silva Henrique (die, niet geheel verwonderlijk, meestal Gullithi wordt genoemd).
Gekkigheid van voetbalmaffe Afrikanen en Zuid-Amerikanen? Of gebeurt het in Nederland ook? We keken het na in de Voornamenbank, en jawel, er lopen in Nederland Messi’s rond: minstens 22 (de gegevens uit de Voornamenbank lopen tot begin 2015, dus het zullen er inmiddels wel meer zijn). Verder hebben we ten minste twee Totti’s (een jongen en een meisje), één Beckham, zo’n tien Maradona’s/Maradonna’s (de spelling varieert) en een stuk of wat Neymars en Pelés. Ook Ronaldo’s, Ronaldinho’s, Zlatans en Eusebio’s zijn er vrij veel, maar dat zijn feitelijk al voornamen, dus die worden sneller gekozen.
Koploper lijkt Zidane: dat is van 63 mensen de roepnaam of tweede naam. Misschien blijkt uit die populariteit dat ook de welluidendheid van de naam een rol speelt en niet alleen de kwaliteit van de voetballer: niemand heeft zijn kind Beckenbauer of Schweinsteiger genoemd. (Hoewel de Voornamenbank de ietwat verontrustende mededeling geeft: “Rummenigge kwam eerder als volgnaam bij mannen van buitenlandse geboorte voor.”)
Ook de naam Cruijff (volgens velen toch de grootste voetballer aller tijden) komt helaas als voornaam niet voor – maar even verder spitten leert dat er in Nederland één persoon is die als tweede naam Cruijffie heeft. Waarvoor hulde.
• Raymond Noë
• Foto: Marcel Antonisse (GaHetNa / Wikimedia)