Hoe noem je een mes-lepel-vork?
'Wilt u er een vorpel bij?' Misschien kijken we binnenkort niet meer op van deze zin. Vorpel werd namelijk het vaakst voorgesteld als Nederlands woord voor het drie-in-eenbestek dat bijvoorbeeld bij de Albert Heijn To Go ligt (zie afbeelding). Tot nu toe vooral bekend onder de naam spork, van het Engelse spoon (lepel) en fork (vork). Een Nederlands woord is er nog niet, tenminste, niet officieel. En daarom vroegen we onze Facebook-volgers hoe zij het zouden noemen.
Dat onze creatieve, taalliefhebbende volgers nooit te beroerd zijn om te reageren, wisten we. Maar toch stonden we weer te kijken van het grote aantal reacties, en de vele originele inzendingen. Dank daarvoor!
Er waren inzenders die opmerkten geen behoefte te hebben aan een nieuw woord: spork is toch prima? En waarom niet gewoon bestek, eventueel verkleind tot bestekje? Maar de meerderheid kwam met alternatieven, veelal samentrekkingen als lepelvork, lepork, levo, melevo, mepel, meslepel, mevolep, vekel, vepel. Veel van die woorden klonken – zou het aan de nieuwe film De GVR liggen? – heerlijk Roald Dahl-achtig: lorkel, lurk, mork, morpel, plorkel, slork, splork, sporkel, vlork, vorkel, vrepel enzovoort.
Daarnaast waren er flink wat volgers die het over een andere boeg gooiden en voorstellen deden als 1-stek, bi-stek, drie-in-de-hand, duohap, happer, hermafrodietje, pikkel, snaaierd, tristek, vreetsteel. En een paar mensen verwezen naar het volgens hen overbodige karakter van de uitvinding: afval, onding, slecht-voor-het-milieu-ding, enzovoort.
Geen woord was zo populair als vorpel. Maar strikt genomen dekt het, net zomin als spork, niet het volledige drie-in-eenbestek: want waar is het mes in deze samentrekking? Morpel dan? Of beter, gelet op de lettervertegenwoordiging van de drie woorden: merkel. Met zo'n bestekje schaften we het.