De taal van Jan Kruis
Vandaag (20 januari 2017) werd bekend dat tekenaar Jan Kruis is overleden, de man die met zijn strip Jan, Jans en de kinderen hele generaties Nederlanders vermaakte. Inmiddels zijn er 58 albums verschenen (sinds 1999 niet meer vervaardigd door Kruis zelf), die door het tijdperk dat ze bestrijken ook “een roman over de veranderende Nederlandse samenleving” zijn (aldus Paul Steenhuis in NRC). De titel van de strip was overigens een toespeling op het verhaal Jan, Jannetje en hun jongste kind van E.J. Potgieter, een klassieker uit de negentiende eeuw.
Het is niet verwonderlijk dat de vooral in de jaren zeventig en tachtig razend populaire strip ook zijn sporen heeft nagelaten in het Nederlands. Het bekendst is natuurlijk de je-weet-welkater (‘eufemistische aanduiding voor een gecastreerde kater’), die inmiddels al in de digitale Van Dale staat. Verder waren er de groeten hoi pipeloi en aju paraplu – en de gewoonte van Catootjes vriend Jeroentje om overal op te rijmen met het zinnetje ‘Poep aan je …’, dus ‘Dag Jeroen!’ - ‘Poep aan je schoen’ en ‘Wij gaan later trouwen’ – ‘Poep aan je mouwen!’ En een enkele keer werd er ook een gezegde of uitdrukking uit de oude doos in de strip opgepoetst – zoals ‘Een tevreden roker is geen onruststoker’ of ‘Een avondspin brengt zegen in’ (én de tegenhanger ‘Een spin in de morgen brengt kommer en zorgen’).
Maar misschien wel de belangrijkste bijdrage aan de taal en zelfs de cultuur is Sint-Pannekoek – een fictieve Rotterdamse feestdag (29 november), waarop men pannenkoeken eet en met een pannenkoek op het hoofd elkaar een ‘vrolijke en gezegende Sint-Pannekoek’ wenst.
• Raymond Noë