Page 5 - OnzeTaal_nov2019_HR
P. 5
oneens’, ‘mee eens’ en ‘helemaal mee eens’). Ook bij
een neutrale mening moesten ze dus kiezen voor ‘eens’
of ‘oneens’. Dat zou een scheef resultaat kunnen ople-
veren. Ten slotte kun je je afvragen wat voor leerlingen
nu het verschil is tussen ‘saai’ en ‘niet leuk’ of tussen
‘interessant’ en ‘leuk’.
Alle reden dus om verder te spitten. Daarom gaf Onze
Taal ons opdracht om het Groningse onderzoek over te
doen. Maar Onze Taal wilde méér dan dat. Toen er dit
voorjaar in de media alarmerende berichten verschenen
over de teruglopende studentenaantallen bij de studie
Nederlands (de Vrije Universiteit in Amsterdam had de
We hebben begrippen als
‘saai’ en ‘interessant’
verstopt in allerlei stellingen.
opleiding Nederlands vanwege de geringe belangstelling
zelfs helemaal geschrapt), rees de vraag wat daarachter
zit. Zou het bijvoorbeeld te maken hebben met de ver-
engelsing van het hoger onderwijs, zoals wel wordt
beweerd?
Het schoolvak de vervolgstudie Nederlands moesten peilen, hebben we
Omdat we dus ook de mening van de scholieren over
het onderzoek beperkt tot de hoogste klassen van havo
en vwo. Dat had ook een ander voordeel: leerlingen in
Nederlands: overzien, want ze hebben vrijwel alles al gehad.
die klassen kunnen de hele inhoud van het schoolvak
BETROUWBAAR
Om het onderzoek betrouwbaarder te maken, hebben
we de leerlingen niet simpelweg gevraagd of ze het vak
‘saai’ of ‘interessant’ vonden, maar hebben we de be-
grippen ‘verstopt’ in stellingen die daarmee samenhin-
gen. Voor elk begrip verzonnen we een positieve en een
negatieve variant. Zo testten we het begrip ‘saai’ met de
SCHOOLVAK NEDERLANDS
stelling ‘Ik vind de lessen Nederlands veel van hetzelf-
de’, en ‘niet saai’ met ‘De lessen Nederlands bieden tel-
kens iets nieuws.’ Ook boden we de leerlingen de keuze-
mogelijkheid ‘neutraal’.
In totaal deden er aan ons onderzoek 193 leerlingen
mee, verdeeld over het hele land, en ongeveer evenveel
vak werd gevonden, en het Qompas-onderzoek over hoe jongens als meisjes.
‘interessant’. Zijn ‘leuk’ en ‘interessant’ wel hetzelfde Nadat we een statistische analyse hadden losgelaten
als ‘niet saai’? Bovendien werd het Qompas-onderzoek op de resultaten, bleek dat onze methode om de leerlin-
alleen uitgevoerd onder leerlingen uit de derde klas. gen stellingen voor te leggen, een betrouwbare manier is
Maar sommige onderdelen van het schoolvak (zoals het om begrippen als ‘saai’ en ‘interessant’ te meten. De re-
literatuuronderwijs) zitten voornamelijk in de boven- sultaten van de stellingen over hetzelfde begrip komen
bouw. Daar hebben die derdeklassers nog geen kennis significant overeen. We weten dus nu vrij zeker hoe saai,
mee gemaakt. Hun mening betreft dus alleen de lessen leuk, interessant, nuttig en moeilijk de geënquêteerde
in de onderbouw. leerlingen het schoolvak vinden.
VERDER SPITTEN NUTTIG
In 2017 pakten Simone Prinsen, Theo Witte en Cor Suhre En dan nu de resultaten. In figuur 1 (op blz. 6) is te
van de Rijksuniversiteit Groningen het grondiger aan. zien hoe de geënquêteerde leerlingen denken over het
Zij vroegen 488 leerlingen uit Groningen, Friesland en schoolvak Nederlands. We hebben de begrippen ‘saai’,
Drenthe onder andere hoe ‘saai’, ‘leuk’, ‘interessant’, ‘niet moeilijk’, enz. gesorteerd op de mate waarin de
‘nuttig’ en ‘moeilijk’ zij het schoolvak Nederlands von- leerlingen het met de stellingen eens zijn. Zo vindt 53% ONZE TAAL 2019 — 11
den. De uitkomst was dat leerlingen Nederlands vooral van de leerlingen dat Nederlands een saai vak is, tegen-
saai maar wel nuttig vonden (gemiddeld respectievelijk over maar 23% die dit niet vindt. Als je de tegengestelde
2,85 en 2,40 op een schaal van 4). stelling neemt (‘De lessen Nederlands bieden telkens
Toch was er ook op dit onderzoek weer kritiek. De iets nieuws’, behorend bij het begrip ‘niet saai’), dan is
Groningers hadden alleen leerlingen uit de noordelijke maar 17% het daarmee eens, tegenover 47% die het er
provincies gevraagd, en de leerlingen kregen maar vier niet mee eens is. Dat zijn niet precies dezelfde getallen,
antwoordmogelijkheden (‘helemaal mee oneens’, ‘mee maar de resultaten komen voldoende overeen. 5