Page 6 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 6
Foto: Elmer Spaargaren
Marleen Janssen: eerste hoogleraar
doofblindheid
Marleen Janssen (Breda, 1955) werd in 2008 aangesteld als
hoogleraar Orthopedagogiek, met de leeropdracht ‘Aangebo-
ren en vroegverworven doofblindheid’. Aan de Rijksuniversiteit
Groningen onderzoekt ze de effectiviteit van nieuwe interactie-
en communicatiemethoden voor kinderen en volwassenen met
doofblindheid. Ze is de eerste hoogleraar ter wereld die zich
richt op communicatie met doofblinden.
In september 2019 werd op haar initiatief het ‘University of
Groningen Institute for Deafblindness’ geopend. Het is het
eerste universitaire onderzoeksinstituut ter wereld dat zich
volledig op doofblindheid richt. Een belangrijk speerpunt is
internationaal onderzoek naar diagnostisering van doofblind-
heid in samenwerking met academische ziekenhuizen en
zorginstellingen.
‘spreker’ alleen gebaren in de handen van de ‘luiste- taalaanbod krijgen, kunnen kinderen met aangeboren
raar’, maar in dit geval voeren de twee begeleiders een doofblindheid ernstig probleemgedrag gaan vertonen,
gesprek in tactiele gebarentaal, en ‘luistert’ Evi mee via legt Janssen uit. “Dit kan tot uiting komen in sterk
haar handen. Geen ‘vierhandengebarentaal’ dus, zoals teruggetrokken gedrag of juist agressief gedrag. Daar
tactiele gebarentaal ook wel wordt genoemd, maar eer- ligt natuurlijk een psychische problematiek achter.
der ‘meerhandengebarentaal’. Deze techniek is bedacht Wat zou jij doen als je niet begrepen wordt? Door vanaf
door een Noorse leerkracht, vertelt Janssen, en door- de geboorte een goed communicatieaanbod te geven
ontwikkeld door een van haar promovendi. Het voordeel kunnen we veel communicatieproblemen en ernstig
voor jonge kinderen is dat ze in dit gesprek niet constant probleemgedrag voorkomen.”
hoeven te reageren, maar door mee te luisteren met een
ander gesprek wel veel taalinput krijgen. ACHTERSTAND
Evi maakt ook gebruik van andere hulpmiddelen in de In het laatste klaslokaal zitten twee meisjes en een jon-
communicatie, omdat ze een klein beetje kan zien. Het gen kerstballen van papier te knippen. Deze kinderen
kunnen iets beter horen en zien. Wel houdt de jongen
Het sociale isolement het papier en de schaar heel dicht bij zijn ogen. Een van
de meisjes draagt een cochleair implantaat, zodat ze
is de grootste valkuil weer gedeeltelijk geluid kan horen. Zij is hier nog niet zo
lang, vertelt haar begeleider. Ze komt uit Syrië. In het
voor doofblinden. azc werd ontdekt dat ze doofblind was. “Maar ook kinde-
ren zonder migratieachtergrond komen vaak relatief laat
op de juiste plek terecht”, vertelt Janssen. Omdat doof-
blindheid over het algemeen gepaard gaat met andere
gesprek wordt bijvoorbeeld ondersteund door dicht bij beperkingen – charge, zellweger (een erfelijke stofwis-
haar gezicht gebaren te maken en foto’s van een ge- selingsziekte) en rubella (een virusinfectie van de moe-
schminkte Evi te laten zien. Zo halen ze herinneringen
op aan de sinterklaasviering eerder deze maand. Van
Rooij legt uit dat leerkrachten in de eerste fase van com-
municatie vaak concrete voorwerpen of foto’s gebrui-
ken, die ze daarna natekenen en steeds meer abstrahe- Foto: Bart Versteeg
ren tot symbolen.
KLAPSPEL
Ondertussen doet een andere leerkracht een klapspel
ONZE TAAL 2020 — 2/3 door Sara’s handen te pakken en het liedje ‘Hoofd,
met de zesjarige Sara. Sara is helemaal doofblind, en dat
vereist een andere aanpak. De begeleider maakt contact
schouders, knie en teen’ te zingen, waarbij ze steeds de
handen van Sara naar de juiste lichaamsdelen brengt.
Sara heeft enorme sprongen gemaakt in haar ontwikke-
ling. Ze was drie jaar toen ze op school kwam en had
toen nog moeite met de coördinatie van het lopen. Nu
niet meer. Door de toenemende communicatie komt ze
steeds meer uit haar sociale isolement.
Dat sociale isolement is de grootste valkuil voor doof- Een ‘voorwerpkast’ om leerlingen te laten kennismaken met
6 blinden. Wanneer ze niet begrepen worden en te weinig bepaalde concepten.