Een woord uit elk jaar
Windekind (1885)
naam
In 1885 verschijnt de eerste aflevering van De Nieuwe Gids, het tijdschrift van de Tachtigers. In dit eerste nummer zijn onder andere enkele hoofdstukken opgenomen van De kleine Johannes van schrijver-psychiater Frederik van Eeden (1860-1932), waarin het elfje Windekind een rol speelt. De naam Windekind is nog steeds een populaire naam voor basischolen en peuteropvanghuizen. De Nieuwe Gids, onder redactie van onder anderen Frederik van Eeden, Willem Kloos en Albert Verwey, maakt onderdeel uit van een vernieuwingsbeweging die reageert op de moralistische en retorische literatuur van onder meer De Gids (sinds 1837) en die ook taalkundige vernieuwing nastreeft: de Tachtigers kiezen voor een taalgebruik dat veel dichter ligt bij de beschaafde spreektaal dan bij de schrijftaal. Zij vormen veel nieuwe Nederlandse samenstellingen, veelal overigens gelegenheidsvormingen, bijvoorbeeld het wiebelstrijkende glansvlak voor ‘de zee’, kaarsvlammengloed en winterpretgezichten. Daarmee tonen zij aan dat de Nederlandse taal springlevend is en gebruikt kan worden voor het schrijven van vernieuwende literaire werken. Als voorbeeld van hun taalgebruik kan de bewonderende beschrijving van het werk van Lodewijk van Deyssel dienen uit 1896: “Heel vaak schrijft-ie zelfs niet, maar spreekt-ie... Ja, daar staat ’t te lezen dat ’n schrijver gegapt heeft, dat iets lammenadig is, dat anderen hun taal verhanselen, dat iets gepiept-burgerlijk is, daar staat ’t woordje kullen en dat grappige werkwoord pijn aan iets hebben.”