1.
Zelfs je naam is mooi
Mooier dan die van iedereen
Die dezelfde naam heeft
(uit: ‘Zelfs je naam is mooi’, Henk Westbroek, geschreven door Henk Westbroek en René Meister, 1998)
2.
In iets dat op een [meer] [[leek]]
Zwom een vis die in mijn [aas] [[beet]]
We liggen in een [slecht] [[bed]]
Ik wou dat iemand anders even een [liedje] [[zong]]
(uit: ‘Nederlands/Engels’, Kees Torn, 2004)
3.
Poëzie, zo moeilijk nie
Op alles rijmt wel iets
Behalve dan op waterfiets
Op waterfiets rijmt niets
(uit: ‘De Canadezen’, Herman Finkers, 1987)
4.
Ze kwam binnen zonder kloppen
En ging weg zonder een woord
(uit: ‘Binnen zonder kloppen’, De Dijk, geschreven door Huub van der Lubbe en Pim Kops, 1985)
5.
Ik heb een man gekend
Die heeft een hele avond
Over het woord Bed gepraat
Want het leuke aan het woord Bed
Is de vorm van een bed
Kijk het woord Bed
Heeft ook de vorm van een bed
Nu weet ik het
(uit: ‘Ik heb een man gekend’, Yentl en de Boer, 2014)
De andere genomineerde liedregels
Dat ik hier nu weer met jou / Dat je lacht zoals je ooit / Dat het gaat alsof het nooit / Was het niet hier dat jij en ik / Dat jij nog steeds, je maakt me / Ik krijg geen zin recht uit me
‘Halve zinnen’, Acda en De Munnik
Ik zeg madam, het is West-Vloams / ’t è nie gemaakt om te verstaan
‘Vocabulaire’, Hannelore Bedert
Ik heb nog nooit een taal gesproken / Totdat ik niets meer zeggen kon / Ik wist nooit waar ’t einde was / Totdat het eindelijk begon
‘Nog nooit’, Ellen ten Damme
Mit-nach-nächst-nebst-sammt-bei-selt-von-zu-zuwieder-entgegen-ausser-aus
‘De bom’, Doe Maar
Dit is belangrijk, ja dit mag hier niet ontbreken! / Dit is de topper van de interpunctieles! / Precies! Jazeker! Ik bedoel het uitroepteken! / Dat moet je hebben anders heb je geen succes!
‘Uitroepteken!’, Drs. P
Je praat te veel / Veel te veel / Je krijgt een schorre keel / Schorre keel / Je praat me scheel / Veel te scheel
‘Je praat te veel’, De Fallouts
Ik zing in de taal van m’n moeder / Ik zing in m’n moedertaal / Tussen aanstellers en klonen / Lijk ik weer geniaal
‘Moedertaal’, Raymond van het Groenewoud
Er zijn geen woorden meer, geen woorden meer, voor jou
‘Liefdesliedjes’, Jazzpolitie
Het is de originele Amsterdamse taal / Zonder bekakte r maar ouderwets normaal / Dus lul maar lekker slap als het om een erectie gaat / Hier in Amsterdam zegt iedereen je waar het op staat
‘Origineel Amsterdams’, Osdorp Posse
Ik bewaar ze tot jij net zo gek bent als mij / Je bedoelt zoals ik, zeg je dan met zo’n blik
‘Gekker dan jij’, The Kik
Ailofjoeso, klinkt op de radio / Maar thuis zegt iedereen gewoon: ik vind je aardig
‘Ailofjoeso’, Robert Long
Ik ben een junkie van de taal / En verslaafd aan het woord / Pers het bloed uit vingers / Spuit mijn armen vol inkt / Jaag de taal door mijn lichaam / Totdat het lekker klinkt
‘Junkie van de taal’, André Manuel
Wereldsnapping en Heelalbevatting / Mooiemeisjeslippenzoenerij / Jeroenpostuumopjuistewaardeschatting / De allermooiste woorden zijn van mij
‘De mooiste woorden zijn van mij’, Jeroen van Merwijk
Noem het geen loze taal / Het is geen gewone taal / Het is geen mode taal / Ik noem het code taal / Het is verboden taal / Het is niet voor show die taal / Wie verkoopt die taal / De jeugd ownt die taal
‘Straattaal’, Nina
Dat ik niet tegen jou wil liegen / En daarom ook steeds minder ben gaan praten
‘Alsof’, Maarten van Roozendaal
’t Is een kwestie van geduld / Rustig wachten op de dag / Dat heel Holland Limburgs lult
‘Kwestie van geduld’, Rowwen Hèze
En als ik praat / Dan praat ik te veel
‘Verlegen’, Bram Vermeulen