Taaladviseur Jaco
“Als mensen een fles wijn zetten op het werk dat je doet ...”
‘Kan ik hier zomaar een taalvraag stellen?’
‘Wat fijn dat jullie er zijn!’
‘Waar doen jullie dit eigenlijk van, krijgen jullie subsidie?’
Vooral bij vragenstellers die voor het eerst de Taaladviesdienst benaderen, zijn de verraste reacties vaak even ontroerend als herkenbaar.
Zelf had ik vroeger – toen ik nog geen lid was van Onze Taal – ook niet kunnen bedenken dat er zoiets als een Taaladviesdienst zou bestaan. Des te meer voldoening geeft het me om zelf al een aantal jaren het boeiende vak van taaladviseur te mogen uitoefenen.
Fles wijn
Dat boeiende zit hem – als ik me gemakshalve beperk tot de directe, eerstelijns taalvragenbeantwoording – in de grote variëteit aan vragen, maar zeker ook aan vragenstéllers. De meesten van hen zijn welwillend en staan open voor de nuance, sommigen treden ons argeloos tegemoet met een open vraag, anderen willen gewoon even met ons ‘sparren’ over een lastige zinsconstructie, weer anderen willen graag van ons horen dat formulering A goed is en formulering B (dus) fout – niet zelden met een fles wijn als inzet – en een enkeling is koppig of betweterig en laat zich niet overtuigen.
Allemaal zijn ze op hun manier benieuwd wat de Taaladviesdienst vindt van de kwestie of kwesties die ze voorleggen. Dat die fles wijn uiteindelijk lang niet altijd uitgereikt kan worden omdat de zaak toch minder zwart-wit blijkt te liggen dan gedacht, kan de meesten gelukkig dan weer niet deren.
Variëteit
Zelf blijf ik naast taaladviseur ook gewoon taalgebruiker, die nog altijd geregeld een kijkje neemt ‘aan de andere kant van het loket’, en óók blij is dat hij daar zomaar een taalvraag kan stellen of zelf iets kan nazoeken. Zelfs bij het schrijven van dit stukje heb ik nog dankbaar gebruikgemaakt van de schat aan informatie die daar in de afgelopen 35 jaar is verzameld. Want zeg je nu ‘grote variëteit van …’ of ‘grote variëteit aan …’?
Dat het allebei kan wist ik eigenlijk wel, maar ik ben toch blij dat ik het even heb opgezocht. Omdat in dit geval ‘aan’ gebruikelijker bleek dan ‘van’, heb ik mijn tekst nog aangepast. Gelukkig had ik er trouwens geen fles wijn op gezet.
---
Jaco de Kraker
---
Deze bijdrage is geschreven in het kader van het 35-jarig bestaan van de Taaladviesdienst, in november 2020.