Taalvragenvuur 2022
Tijdens het Taalvragenvuur op 6 oktober 2022 beantwoordden taaladviseurs Roos (Onze Taal) en Stef (Team Taaladvies) dertig ingezonden taalvragen in een uurtje tijd.
YouTube heeft de eerste twee minuten van het gesprek jammer genoeg opgegeten, dus het filmpje begint midden in het antwoord op de eerste vraag. Wat ging eraan vooraf? Gastvrouw Laura (Instituut voor de Nederlandse Taal) stelde de taaladviseurs kort voor en legde hun de eerste vraag voor: moest er geen afbreekstreepje staan in het woord 'Taalvragenvuur', linksboven in beeld? Roos legt uit dat afbreekregels onverkort gelden in gewone lopende tekst, maar dat het hier gaat om een logo. En in logo's hebben vormgevers wat meer typografische vrijheid.
In aanloop naar het Taalvragenvuur hadden we een aantal voorbeeldvragen op onze sociale media geplaatst. Hieronder geven we antwoord op deze taalvragen. Wat zijn de trappen van vergelijking van moe?Moeër - moest, maar moeër - meest moe en meer moe - meest moe kunnen ook. De vormen moeër en moest volgen het regelmatige patroon, vergelijkbaar met klein - kleiner - kleinst. Ze kunnen gewoon gebruikt worden. Hier bestaat weleens verwarring over, waarschijnlijk omdat moeër er wat gek uitziet, of omdat mensen onwillekeurig denken dat het geen nette vorm is. Moeier en moeder zijn echter niet beter, en staan bovendien in geen enkel naslagwerk. Eventueel is meer moe te gebruiken, al vindt ook niet iedereen die vorm fraai. De vorm moest heeft als nadeel dat hij samenvalt met de verleden tijd van moeten. Wie de overtreffende trap met -st onduidelijk vindt, kan uitwijken naar meest moe. Verder is ook vermoeider - vermoeidst (of meest vermoeid) bruikbaar, maar die woorden horen eigenlijk bij vermoeid en niet bij moe. Hoe schrijf je het geluid van een nies op?Hatsjie of hatsjoe – zo ziet het geluid van een nies er op papier uit. Althans, in Nederlandse teksten. Want het hangt nogal van de taal af hoe een nies wordt gehoord en dus ook opgeschreven. De Duitse nies lijkt nog het meest op de Nederlandse. Duitstaligen schrijven hatschi en de Duitse sch klinkt ongeveer zoals onze sj. Maar Franstaligen en Spaanstaligen niezen zonder h aan het begin: ze noteren hun niesgeluiden in ieder geval als atchoum en achís (de ch klinkt wel weer als ‘tsj’). Anderen die de nies met een medeklinker eindigen, zijn mensen uit Polen, Japan en Marokko: apsik, hakshon en atjien. Wereldwijd niezen? Kijk op www.onzetaal.nl/hatsjie. Waarom eindigen gebakken en opgebakken op een n en opgewarmde en gekookte niet?Gebakken, opgebakken, opgewarmd(e) en gekookt(e) zijn allemaal vormen van een werkwoord: voltooide deelwoorden. Ze horen bij (op)bakken - bakte (op) - opgebakken, opwarmen - warmde op - opgewarmd, koken - kookte - gekookt. Het woord (op)gebakken eindigt dus van zichzelf al op -en, maar gekookt en opgewarmd niet. Voltooide deelwoorden komen ook voor als bijvoeglijk naamwoord, om een eigenschap van iets uit te drukken, bijvoorbeeld van aardappels. Als ze op een d of t eindigen, komt er dan vaak nog een -e bij – net als bij ‘gewone’ bijvoeglijke naamwoorden, zoals lekker - lekkere, kruimig - kruimige, enz.:
Na een voltooid deelwoord dat op -en eindigt, komt geen -e:
Meer oefenen? Doe de test op www.onzetaal.nl/gebakken. |