Yoïn van Spijk over taalhistorie en het Onze Taal-congres
Onze Taal sprak met taalkundige Yoïn van Spijk over zijn interesse in taalhistorie en de workshop die hij zal geven op het congres.
Emma Kerssemeeckers“Op de middelbare school had ik heel veel tussenuren, waardoor ik veel in de bibliotheek zat. Daar ontdekte ik het Etymologisch woordenboek van Nicoline van der Sijs en P.A.F. van Veen. Ik wist destijds nog helemaal niet wat etymologie was, want op de middelbare school ging het daar bij Nederlands niet over. Toen ben ik gaan grasduinen en kwam ik allerlei interessante feitjes tegen over hoe woorden zich ontwikkelen.
In de jaren op de universiteit ben ik steeds geïnteresseerder geraakt in taalhistorie. Niet alleen in hoe woorden ontstaan en zich ontwikkelen, maar ook hoe zinsbouw en grammatica veranderen. Hier ben ik aan de hand van zelfstudie verder in gedoken. Tot op de dag van vandaag ben ik me hierin blijven ontwikkelen.
Tijdens de workshop die ik zal geven op het congres, zal ik aan de hand van één zinnetje de verschillen weergeven tussen de vormen van het Nederlands door de jaren heen. Ik begin met een oertaal die werd gesproken in de eerste eeuwen voor de jaartelling. Hierna volgen we deze zin steeds een fase verder, tot aan het huidige Nederlands.
Buiten mensen die er al interesse in hebben, wil ik vooral ook mensen die een heel sterke mening hebben over hoe taal zou moeten zijn aansporen om te komen. Zij houden zich vaak vast aan wat zij leerden op school, terwijl ze vergeten dat hun huidige taalgebruik tweehonderd jaar geleden als onjuist werd gezien.”