Kent u het woord bekuig? Nee hè? Simon Carmiggelt, mijn grote voorbeeld, heeft het in zijn omvangrijk oeuvre twee keer gebruikt. “Meneer, waarom zoveel bekuig over dat worstje. Terwijl we onder de mof zitten. Probeer liever over de Pyreneeën te komen” (Het Parool, 19 september 1962) en “‘Mens, maak niet zo’n bekuig om een paar slokkies koffie,’ riep opa.” (Het Parool, 18 mei 1973).
Je begrijpt meteen wat bekuig betekent, nietwaar? Zoiets als ‘heisa’, ‘kabaal’ of ‘trammelant’. Prima woord, bekuig. Alleen: het bestaat niet. Niet in het Nederlands woordenboek. Ook niet in het Bargoens woordenboek. Gewoon, niet.
Met stijgende verbazing kamde ik het internet uit. Op een van mijn lievelingssites, het online krantenarchief Delpher, vond ik 38 vermeldingen van bekuig. Althans, zo leek het. Bij het opklikken van die 38 artikelen bleek telkens dat er geen bekuig had gestaan, maar beklag of belang. Ja, bij het scannen van 100 miljoen pagina’s (echt waar!) gaat er weleens iets mis. Maar: bij Carmiggelt, in het papieren Parool, stond er écht bekuig. Zwart op wit. Twee keer. En verder helemaal nergens.
Vreemd. Ik gooide de kwestie op Twitter; wie weet was er een ouwe Amsterdammer die zich nog een orgeldraaier uit de jaren vijftig in de Jordaan kon herinneren, et cetera. Helaas: ook onder mijn vele volgers had niemand het woord ooit gehoord. Zoals dat altijd gaat op Twitter bemoeiden er zich wel allerlei mensen mee, maar het raadsel werd niet opgelost.
Wacht even: daar kwam iemand met het Jiddische woord bekoyekh. Het Jiddisch fascineert me (kijk vooral naar de heerlijke serie Shtisel!). Bekoyekh klinkt inderdaad wel wat als bekuig (de Nederlandse ui wordt overal elders verbasterd tot oi of au), maar alsnog kon ik er geen chocola van maken, want bekoyekh is geen zelfstandig maar een bijvoeglijk naamwoord, en betekent zoiets als ‘krachtig’.
Bovendien: áls het woord bekuig via het Jiddisch in het Amsterdams is doorgedrongen, hoe kan het dan dat Carmiggelt de enige is die het gebruikt?
Vreemder nog, hij gebruikt het zelf niet eens, hij tekent het op uit de mond van zijn personages. En dan nog slechts twee keer. In 10.000 columns!
Ik was er al een hele dag mee bezig, en ik wist nog steeds niks. Toen dacht ik aan epibreren. Dat woord is door Carmiggelt bedacht en nog steeds tamelijk bekend als ‘doen alsof je iets belangrijks doet’. Misschien heeft hij bekuig ook verzonnen?
Ach, kon ik het hem maar vragen!
- SYLVIA WITTEMAN
(foto: Bart Versteeg)
Alsjeblieft, deze column kreeg je cadeau!
Deze column uit het septembernummer (2021) van Onze Taal werd je gratis aangeboden door de redactie van het tijdschrift.
Nooit meer iets missen? Word lid van Onze Taal!