De macht der gewoonte is sterker dan de rede. Als dat niet zo was, zouden Vlamingen en Nederlanders met een glimlach elkaars computer overnemen. Nu geeft dat vooral ergernis: het toetsenbord ligt overhoop. In Vlaanderen zeggen we: een kat vindt er haar jongen niet in terug.
Ik typ blind en met tien vingers, maar het liefst met duimen, wijs- en middelvingers. Die doen hun werk efficiënter dan de rest, vooral dan de pink, die alles bij elkaar toch maar een miserabel vingertje is. Maar neem een woord als waarom. Wat heb ik nodig op mijn Belgische ‘azerty’? Vier pinkjes, één ringvinger en één wijsvinger. En de Nederlander op zijn ‘qwerty’? Twee pinken, twee ringvingers en twee middelvingers. Inderdaad: waaróm?
Toen de schrijfmachine werd ontwikkeld, midden negentiende eeuw, was er gesteggel over de positie van de toetsen. De makers van Remingtons, Hermessen en Underwoods raakten het daar niet over eens. Een technisch probleem waar ze tegenaan liepen, was dat de letterhamertjes elkaar hinderden bij snel typen. Daarom legden ze de letters die vaak in combinaties voorkomen (st, pa, me) op afstand. De hefboompjes scheerden dan niet langs elkaar heen en de machine liep niet vast. Zo ontstond het qwerty-toetsenbord, dat was gebaseerd op letterfrequenties in Engelse teksten. De Duitsers pasten dat lichtjes aan tot qwertz, de Italianen tot qzerty en de Fransen tot azerty. Omdat bestuurders en handelaars in België tot in de twintigste eeuw graag in het Frans schreven, adopteerden ze het Franse toetsenbord. Nederland sloot zich bij de Engelsen aan.
Intussen heeft bijna niemand nog een mechanische Remington, en veel teksten worden geduimd op de smartphone. Die hele volgorde kan dus op de schop. In de loop van de geschiedenis zijn er voorstellen geweest voor ergonomischer toetsenborden. Voor het Engels bijvoorbeeld de diathensor: de tien meestgebruikte letters liggen op de middelste rij. Interessant voor fabrikanten die hun machines alleen in de VS en het VK afzetten, maar als elk land zo begint, moeten er voor elke taal aparte toetsenborden worden gemaakt, en de Koreanen worden nu al stapelgek van al die verschillende orders.
Plus, niemand wil ervan weten. Ook andere voorstellen, zoals dvorak en colemak, zijn geruisloos kopje-onder gegaan. We hebben nu eenmaal geleerd zus of zo te typen en waarom zouden we iets veranderen wat werkt?
Ergens doet me dat denken aan onze discussies over spellingvereenvoudiging.
Onze Taal: een lidmaatschap
Deze column komt uit het novembernummer van Onze Taal.
Lidmaatschap
Is taal ook voor u belangrijk? Overweeg dan lid te worden van Onze Taal. Daarmee ontvangt u niet alleen tienmaal per jaar ons tijdschrift, maar u helpt ons ook om plezier in en informatie over taal verder te verspreiden.
Reacties Er zijn 6 reacties
Stuckens Gabriella
Zeer interessant artikel. Ik type altijd blind en heb het destijds zo geleerd in het Engels het is voor mij het gemakkelijkste. Ik heb dus een Qwerty toetsenbord. Jammer genoeg is het niet altijd simpel, zoals aangehaald in uw zeer goed artikel, om dit te vinden hier in Belgie tenzij er een mogelijkheid bestaat dat het toetsenbord in twee standen mogelijk is. Ik heb mijn pc in Nederland moeten aankopen.
Ik heb leren blind typen in de middelbare school.
Maria Thomas-Franssens
Ik heb vroeger als declarant gewerkt en wat ik vond is dat een querty-toetsenbord handiger was voor alle cijfers omdat je niet iedere keer de hoofdlettertoets in moet drukken. Voor teksten daarentegen vond ik azerty gemakkelijker. Wat ik wel moeilijk heb gevonden is dat ik overdag met querty werkte en ‘s avonds in school op azerty moest typen en daar dan ook type-examen op moest doen. Dat was wel verwarrend.
Gerben
Tijdens de basisschoolperiode heb ik blind leren typen op een elektrische typemachine met QWERTY indeling. Na bijna 20 jaar heb ik mijzelf de Colemak indeling aangeleerd (en daarmee automatisch de QWERTY indeling afgeleerd). Het is absoluut efficiënter. Je hoeft minder vaak toetsen te gebruiken die ver van de basis positie liggen, maar dat is voor het Engels wel meer het geval dan voor het Nederlands. Het zorgt voor minder belasting en daardoor minder risico op RSI wanneer je veel lange stukken moet schrijven. Ook de typesnelheid ging flink omhoog. Alhoewel ik er zelf heel veel baat bij heb, is een internationale standaard waar iedereen mee overweg kan wellicht nog belangrijker. Een nieuwe indeling leren kost vele maanden en op iedere nieuwe pc moet ik eerst software installeren voor de goede toetsenbord indeling. Ik zou het dan ook niet iedereen aanbevelen, maar zelf ben ik er heel blij mee.
Marcel Vos
Ik heb serieus de Dvorak-indeling geprobeerd omdat de belofte van sneller/logischer tekst invoeren mij aansprak - en ook als experiment met mezelf: kon ik mezelf ‘omleren’? Ik ben afgehaakt, mijn ervaring was dat het helemaal niet eenvoudiger typen was, voor veel woorden waren ingewikkelde vingerbewegingen nodig. Waarschijnlijk is Dvorak ontworpen op basis von de Engelse taal, en dat heeft een negatief effect op de bruikbaarheid in het Nederlands.
Op mijn smartphone (met die piepkleine toetsjes) gebruik ik sinds 2 jaar het MessagEase toetsenbord, wat slechts 14 toetsen (dus groot!) heeft. Daarbij tik je de meestgebruikte letters en veeg je voor de andere letters.
Het ‘omleren’ bleek relatief eenvoudig!
Taalgaardenier
Het juk van de Franskiljons in belgië woog me te zwaar en een vijftal jaren geleden schakelde ik over naar Querty.
Het kostte me wel een jaartje om aan te passen, maar werk er nu zonder problemen ook blind mee.
Ik raad het iedereen aan.
Weg met het Franskiljonse Azerty!
V. Bax
Het lijkt me dat het mogelijk is een toetsenbord zo softwarematig te configureren dat het dan wel een AZERTY dan wel een QWERTY (of nog iets anders) is, al naar gelang de persoon. Zou de persoon blind kunnen typen dan maakt het immers niet uit welke letters er op de toetsen staan.
Ik heb zelf cursussen gegeven in verschillende Europese landen en het was altijd lastig om een lokaal toetsenbord te moeten gebruiken. Ik was dan ook blij destijds met de introductie van de (eigen) laptop.