Page 5 - OnzeTaal_jul_aug2021
P. 5
om de Nederlandse provincies Limburg en Noord-
Nederlands in andere talen Brabant: het Nederlands ‘beneden de Moerdijk’.
Niet erg handig was dat.
Ook in andere talen zie je zowel Nederlands als Hollands Tegenwoordig gebruiken taalkundigen dus Belgisch-
– en ook het aloude Dietsch of Duitsch is zichtbaar, in Nederlands voor de standaardtaal in België en Neder-
de Engelse benaming voor onze taal: lands-Nederlands voor die in Nederland. Dat laatste
klinkt zonder contrast met Belgisch-Nederlands onbehol-
Arabisch: holandī pen dubbelop. Beide termen zijn dan ook vooral handig
Duits: Niederländisch om verschillen te markeren. Zijn er geen nationale ver-
Engels: Dutch schillen aan de orde, dan kun je net zo goed spreken
Frans: néerlandais van ‘Standaardnederlands’ of ‘Algemeen Nederlands’.
Italiaans: olandese De Taalunie, de kennis- en beleidsorganisatie voor
Koerdisch: Holendî de Nederlandse taal, beschouwt de twee varianten als
Bosnisch, Macedonisch evenwaardig.
en Servisch: holandski
Pools: holenderski PRISMA VERSUS VAN DALE
Russisch: gollándskij Die evenwaardigheid werd niet altijd weerspiegeld in
Spaans: néerlandés de bestaande woordenboeken. Typisch Belgisch-Neder-
landse woorden, uitdrukkingen en betekenissen werden
Bron: Nicoline van der Sijs, Uitleenwoordenbank (2015) als zodanig gelabeld, de Nederlands-Nederlandse niet.
www.meertens.knaw.nl/uitleenwoordenbank Zo werd de indruk gewekt dat het Belgisch-Nederlands
een afwijking is van de standaardtaal en Nederlands-
Nederlands de norm. Die redactionele visie sloot aan
Dossier, tram, gek en therapeut klinken in Nederland als bij de ABN-acties (ABN staat voor ‘Algemeen Beschaafd
‘dosjee’, ‘trèm’, ‘chek’ en ‘teeraapuit’, in Vlaanderen als Nederlands’) in Vlaanderen uit de jaren 1950 en 1960:
‘dossier’, ‘tram’, ‘gek’ en ‘teeraapeut’. Het Uitspraak- van taalrubrieken op tv (Hier spreekt men Nederlands)
woordenboek uit 2000 meldt bij vijf procent van de opge- of in de krant (Taaltuintjes) tot ‘ABN-weken’ op school,
nomen woorden een afwijkende standaarduitspraak waarbij via taalactiviteiten elke dag aandacht werd
voor Nederlandstalig België. besteed aan wat je beter niet kon zeggen als je een stan-
In geschreven taal is het moeilijker om te achterhalen daardtaalspreker wilde worden. Die acties stelden het
welk van de twee nationaliteiten erachter schuilgaat. Nederlands-Nederlands als lichtend voorbeeld voorop,
Want hoewel iedereen uit het blote hoofd woorden en zelfs bij Belgisch-Nederlandse woorden die taalkundig
uitdrukkingen kan opsommen die in de twee landen ‘gezond’ waren. Nederlandstalige Belgen werden geacht
verschillend zijn, hebben Nederland en Vlaanderen de om hun boterhammen te beleggen met ‘kwark’ (en
meeste grammaticale regels en woordenschat gemeen- radijsjes), niet met ‘plattekaas’, en met kapotte knieën
schappelijk. De grote Van Dale (2018) geeft ongeveer moesten ze langs bij de ‘fysiotherapeut’, niet bij de
twee procent woorden het label ‘Belgisch-Nederlands’: ‘kinesist’.
bijna 5000 woorden op bijna 250.000 trefwoorden. In Het was wachten tot 2009 voordat woordenboeken
gingen aansluiten op de taalrealiteit, waarin zich steeds
duidelijker twee geografische varianten van het Stan-
Het was wachten tot 2009 daardnederlands zijn gaan ontwikkelen. Sinds dat jaar
pakte met name het Prisma Handwoordenboek Nederlands
voordat woordenboeken gingen de zaken anders aan: ook Nederlands-Nederlandse
woorden kregen een aanduiding. Het woordenboek
aansluiten op de taalrealiteit. honoreert zo de eigenheid van het Belgisch-Nederlands
(croque-monsieur) én het Nederlands-Nederlands (tosti).
De grote Prisma Nederlands (2018) krijgt vijf procent van
de trefwoorden het Belgisch-Nederlandse label (droog-
kuis bijvoorbeeld), zes procent het Nederlands-Neder- kinesist
landse label (zoals stomerij): 3600 respectievelijk 4320
woorden op 72.000 trefwoorden dus. Daar zijn woorden
bij die Vlamingen wel kennen, maar niet gebruiken,
zoals ouwe hoeren of hartstikke, maar ook woorden die
in Vlaanderen vrijwel onbekend zijn, zoals steggelen en
ouwebeppen.
ZUID- EN NOORD-NEDERLANDS
Vroeger werden beide varianten van het Nederlands ge-
noemd naar hun ligging in het Nederlandse taalgebied:
de term Zuid-Nederlands verwees naar Nederlandstalig ONZE TAAL 2021 — 7/8
België, Noord-Nederlands naar Nederland. Alleen zaait
die eerste aanduiding opnieuw verwarring. Zuid-Neder-
lands slaat in deze context op het Nederlands dat in de
vroegere Zuidelijke Nederlanden werd gesproken –
in 1830 werden die onafhankelijk van het Verenigd fysiotherapeut
Koninkrijk der Nederlanden en gingen ze België heten.
Maar Zuid-Nederlands wordt ook gebruikt als het gaat 5