Onomatopeeën
Wat hebben de woorden kraken, slurpen, kieviet, bom, toeter, smakken, poef, brommer en plons met elkaar te maken?
….
Weet je het? Als je de woorden uitspreekt klinken ze als het geluid van het ding of dier dat ze beschrijven! Zulke woorden noem je onomatopeeën. Het woord bom bijvoorbeeld is de naam van een voorwerp dat kan ontploffen en dan een “BOM!”-geluid maakt. Ontploffen is zelf ook een onomatopee waar het geluid “PLOF” zit erin. En een brommer maakt ook een geluid dat een beetje klinkt als “BROMBROM”.
Kijk nu eens naar de andere woorden. Ze beschrijven allemaal een voorwerp, dier of handeling door middel van het geluid dat ze maken. We zeggen dat iets kraakt omdat het geluid ook klinkt als “KRAAK”, en wanneer je in het water plonst, hoor je ook een geluid dat een beetje klinkt als “PLONS”.
-
Onomatopeeën bestaan in alle talen en het is heel waarschijnlijk dat ze een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van talen. Bedenk maar eens hoe dat vroeger moet zijn geweest, als je iemand iets duidelijk wilt maken over een dier in de buurt, terwijl daar nog geen woord voor bestaat. Waarschijnlijk zou je het geluid van dat dier nadoen. Voor je het weet noemen je stamgenoten dat dier allemaal een koekoek of een oehoe.
Ouders gebruiken ook vaak onomatopeeën als eerste woordjes voor hun kinderen. Een auto noemen ze een ‘toet-toet’ een hond een ‘woef-woef’. Dat is heel gemakkelijk te herkennen voor een kind. Pas daarna leert het kind de échte woorden hond en auto.
Sommige gewone woorden zijn eigenlijk ook onomatopeeën, maar zijn we ons daar niet meer van bewust. Baby is bijvoorbeeld een onomatopee. Het komt van het Franse bébé, een woord dat het geluid van een brabbelende baby imiteert. En rits is er ook een. Luister maar als je het uitspreekt. Net het geluid van het dichtritsen van je jas! En het werkwoord knippen komt van het geluid dat een schaar maakt als je papier knipt.
-
Grappig is dat in elke taal die woorden net weer anders zijn. Hier wat voorbeelden:
- Als wij het geluid van een deurbel beschrijven zeggen we ding-dong, maar in Hongarije zeggen ze bim-bam, in Zweden pling-plong en in Portugal is het tim-tom.
- In Korea zegt iemand die een trein nadoet niet tsjoeke tsjoeke tuut tuut, maar chik chik pok pok.
- In het Bengaals zeggen koeien geen boe, maar hamba.
- Een haan roept in onze taal kukeleku, in Engeland cockadoodle-doo, in Duitsland kikeriki en in China goh-geh-goh-goh
- Klittenband is bij ons geen onomatopee, maar in Turkije heet het cırt cırt, naar het geluid van klittenband dat je lostrekt.
En nu jij! Bedenk een onomatopee voor een van onderstaande dingen of handelingen. Of bedenk zelf iets waar je een mooie onomatopee van wilt maken. Heb je iets moois gevonden? Stuur het dan op naar educatie@onzetaal.nl. Wij zijn er heel blij mee!
- een stoffer en blik
- iets in de prullenbak gooien
- een afwasmachine
- een smartphone
- een vliegenmepper
- een vliegtuig
- tanken (benzineauto)
- tanken (elektrische auto)
- een boswandeling maken