Het oudste Nederlandse woord

Heb je ooit gehoord van deze oude zin?
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?
Het betekent: “Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve jij en ik; waar wachten we nog op?”
Deze zin werd al rond het jaar 1100 na Christus geschreven door een monnik. Waarschijnlijk schreef hij het om zijn pen te testen. Onderzoekers dachten heel lang dat dit het oudste Nederlandse zinnetje was. Nou, dat klopt dus niet helemaal!
Een Romeinse schrijver, Tacitus, schreef in het jaar 107 na Christus, het woordje 'vadam'. Dit is een vroege versie van ons woord wad. Tacitus schreef toen over een plaatsje dat nu Wadenoijen heet. Maar … toen bestond het Nederlands eigenlijk nog niet! Het was toen een soort oertaal die we West-Germaans noemen. Dus dat telt eigenlijk niet mee als echt Nederlands.
Maar op de houder van een heel oud zwaard uit 450 na Christus, gevonden in het Gelderse dorpje Bergakker, staat het woord ann. Dat betekent ik geef of ik gun. Dat is wél Nederlands! Dus dit kleine woordje zou zomaar het oudste Nederlandse geschreven woord kunnen zijn dat we gevonden hebben. Cool, hè?
-
En wat is dan de oudste Nederlandse zin? De eerste échte Nederlandse zin komt uit een wetboek van meer dan 1400 jaar geleden! Dat zinnetje is:
Maltho thi afrio lito
Ehh ... wat? Is dit Nederlands? Jawel, maar héél oud Nederlands. Het betekent: Ik maak je vrij, halfvrije.
Dat werd in de Middeleeuwen gezegd als een boer geen knecht meer hoefde te zijn van de koning. Toen was dat een belangrijke zin!
Als je goed kijkt, herken je misschien nog een stukje van een modern woord. In afrio zit het woorddeel fri verstopt, en dat is de oude voorloper van ons woord vrij. Dat thi is een voorloper van het woord jij. Maar verder lijken de woorden niet meer zo veel op wat we nu gebruiken. Toch is het bijzonder dat we dit zinnetje nog steeds kennen.
-
Onderzoekers vinden nog steeds nieuwe stukjes tekst uit de oudheid! Dus misschien vinden ze in de toekomst nóg oudere Nederlandse woorden of zinnen!