Het meest uitgeleende Nederlandse woord

Soms nemen talen woorden van elkaar over. Dit gebeurt bijvoorbeeld als landen veel handel drijven, met elkaar samenwerken of als een taal veel invloed heeft. Woorden die op deze manier in een andere taal terechtkomen, noemen we leenwoorden.
Het Nederlands heeft heel veel woorden uit andere talen geleend én Nederlandse woorden aan andere talen uitgeleend. Wist je dat het Engelse woord boss eigenlijk uit het Nederlands komt? Het komt van ons woord baas. Dit woord is zelfs het meeste uitgeleend en wordt nu in wel 57 talen gebruikt! Bijvoorbeeld:
- Indonesisch → bos
- Japans → ボス ‘bosu’
- Papiaments → bashi
- Russisch → босс ‘boss’
Maar hoe is dat woord in al die talen terechtgekomen?
In de zeventiende eeuw (1600-1700) waren Nederlanders overal op de wereld te vinden. Nederland had in die tijd ook kolonies in landen zoals Indonesië, Suriname, Zuid-Afrika en de Antillen. In deze gebieden hadden Nederlanders de macht over de mensen die daar woonden en werkten. Zij noemden zichzelf dus ‘de baas’. De taal van het land zelf nam dit woord dan vaak over. Later namen Nederlandse handelaren het ook mee naar Amerika. Daar werd het overgenomen in het Engels. Eerst als bass en later werd het boss. En zo is het woord ‘baas’ via het Engels weer verder over de wereld gereisd en heeft het zich in vele talen verspreid.
Leent het Nederlands ook woorden uit andere talen? Ja! Wij gebruiken ook veel woorden uit andere talen. De meeste komen oorspronkelijk uit het Frans, Latijn en Engels.
Voorbeelden:
- bibliotheek (van het Franse bibliothèque)
- datum (van het Latijnse datum)
- laptop, selfie, internet (uit het Engels)