|
nanotechnologie (de) |
betekenis
vakgebied dat werkt met superkleine deeltjes
uitspraak
[na-no-tech-no-lo-gie]
citaat
"De Nederlandse hoogleraar Ben Feringa heeft de Nobelprijs voor de Scheikunde gewonnen, samen met Jean-Pierre Sauvage (1944) uit Frankrijk en James-Fraser Stoddart (1942) uit Schotland, voor hun onderzoek naar moleculaire nanomachines.
Feringa (1951) is hoogleraar moleculaire nanotechnologie aan de Rijksuniversiteit Groningen."
Bron: Nederlander Ben Feringa wint Nobelprijs Scheikunde (Lucas Brouwers, Nrc.nl, 5 oktober 2016)
woordfeit
Het voorvoegsel nano- gaat via het Latijn terug op het Griekse nanos, dat 'dwerg' betekent. In een woord als nanotechnologie betekent het in feite 'superklein': de nanotechnologie fabriceert hulpmiddelen, machines e.d. met superkleine deeltjes, zoals atomen en moleculen. De preciezere betekenis van nano- is 'een miljardste deel van': een nanometer is een miljardste deel van een meter, oftewel een miljoenste millimeter. De afmetingen van atomen en moleculen liggen in die orde van grootte.
Verwant met nano is het oude Nederlandse woord naan. Daarover staat een weblog op de site van Onze Taal. |
|
|
|
|
|
|
Aanbod uit de Onze Taal-webwinkel
Kindertaalkalender 2017 |
|
|
|
|
|
|