Page 5 - OnzeTaal_dec2019_HR
P. 5
Als je iemand deze maand hoort zeggen dat 2020
áchter ons ligt in plaats van vóór ons, dan zou het
goed kunnen dat je met een Griek te maken hebt.
Het Grieks plaatst de tijden ergens anders dan wij
gewend zijn – en er zijn meer talen die dat doen.
RIEMER REINSMA
Illustraties: Tzenko Stoyanov
Achter de rug en
boven ons hoofd
Waar bevindt de toekomst zich?
p een novemberdag in 1966 hoorde de jour- - een prachtige toekomst voor zich hebben
nalist Frans van Hasselt iemand een raar - een promotie in het vooruitzicht hebben
zinnetje uitspreken. Van Hasselt werkte in - iets tegemoetgaan
O Griekenland als correspondent van het toen- - iets voor de boeg hebben
malige Algemeen Handelsblad. Het was prachtig weer, en - ergens naar uitkijken
Van Hasselts buurvrouw merkte op: “Vandaag is het een
mooie dag, maar wat hebben wij nog achter de rug?” In Nederlandse Gebarentaal is het ook zo. Als je ‘giste-
Oftewel: wat zal de toekomst ons nog brengen? ren’ of ‘vorige’ wilt uitdrukken, maak je een gebaar naar
De buurvrouw van de journalist was geen uitzonde- achteren, over je schouder, en ‘morgen’ geef je weer
ring; alle Grieken hadden het kunnen zeggen. Als je een door je hand met een boogje naar voren te bewegen. De
Griek bent, ligt de toekomst kennelijk achter je, terwijl Vlaamse Gebarentaal sluit zich hier grotendeels bij aan,
die bij ons vóór ons ligt. Er zit ook wel iets in die Griekse al zijn de gebaren niet precies hetzelfde. Nederlanders
zienswijze. De toekomst is het deel van de tijd dat wij die het gebaar voor ‘toekomst’ maken, laten hun hand
niet kunnen zien. Dat moet dus buiten je gezichtsveld sierlijk naar voren wapperen, de Vlaming volstaat met
zijn. Zoals een Griek ooit in dit verband zei: “Ik heb toch een resoluut handgebaar voorwaarts. ‘Die kant op, en
geen ogen in mijn rug?!” Het verleden kunnen we juist wel nu!’
wél zien, en dat plaatst de Griek dus vóór zich.
De Grieken zijn niet de enigen die de toekomst achter
zich plaatsen. Een ander voorbeeld zijn de Aymara, Een Griek zei ooit:
een inheemse bevolkingsgroep in het Andesgebergte.
Daar wordt het eerstkomende jaar aangeduid als qhioa “Ik heb toch geen
marana, en dat betekent ‘jaar aan de achterkant’. Als de
Aymara het over het áfgelopen jaar hebben, gebruiken ogen in mijn rug?!”
ze de aanduiding nayra mara, ‘jaar aan de voorkant’. En
als zij een gebaar maken dat in verband staat met de toe-
komst, wijzen ze naar achteren. Hebben ze het over het Ook buiten de gebarentaal kennen we de bewegingen
verleden, dan wijzen ze naar voren. wel. Zo berichtte NRC onlangs over een vrouw die Neder-
landse les gaf aan een buitenlander. Om hem de Neder-
VOOR DE BOEG landse werkwoordstijden te leren zei ze: “Vorig weekend ONZE TAAL 2019 — 12
In het Nederlands en de meeste andere westerse talen – en hierbij wees ze achter zich – gíng ik. Volgend week-
gaat het dus andersom. Wij zouden zeggen – net als bij- end – nu wees ze vóór zich – gá ik.”
voorbeeld de Engelsen: ‘Wat staat ons nog te wachten?’, Het verleden ligt in Vlaanderen en Nederland dus
en als iets op je wacht, bevindt het zich vóór je, in je ge- áchter ons. Maar hoe zit dat dan? Hebben wij wél ogen in
zichtsveld. Met andere woorden: wij zien de toekomst onze rug? Volgens de Amerikaanse onderzoekers George
als iets wat vóór ons ligt. Dat blijkt ook uit doodgewone Lakoff en Mark Johnson is die toekomst vóór ons ook
uitingen, zoals: heel goed te verklaren. Zij hebben uitgebreid onderzoek 5