betekenis
behorend tot een sekte, eigen aan een sekte, lijkend op een sekte
uitspraak
[sek-ta-ries]
citaat
“De hardnekkige sektarische Noord-Ierse politiek is volgens John Sheridan de reden dat mensen tegen hun eigen belangen in stemden. Dat maakt hem triest en boos tegelijk. Daarom richtte hij met andere boeren, zakenmensen en een priester de Border Communities against Brexit op: een niet-partijgebonden actiegroep.”
Bron: ‘Als de grensposten terugkomen, komt de IRA terug’ (De Groene Amsterdammer, 21 juni 2017)
woordfeit
Sektarisch is het bijvoeglijk naamwoord bij sekte. Dat woord duidt een groep mensen aan die een eigen geloof of ideologie aanhangen, vaak als afsplitsing van een grotere stroming. De begrippen sekte en sektarisch roepen nogal eens het beeld op van een strenge groepering; het woordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands geeft bij sektarisch dan ook als tweede betekenis: “fanatiek en intolerant, zoals eigen is aan een sekte”.
Sekte is ontleend aan het Franse secte, dat teruggaat op het Latijnse secta. Dit betekende allereerst ‘richting, weg, pad, lijn’ en vervolgens ‘partij, groepering’. Waarschijnlijk is secta van oorsprong de vrouwelijke vorm van sectum/secutum, het voltooid deelwoord van sequi ‘volgen’. Maar er zijn ook bronnen die het in verband brengen met sectum als voltooid deelwoord van secare ‘snijden’, waar ook sectie (‘insnijding, afdeling’) van afkomstig is.
|
|
|