Genootschap Onze Taal Webversie  |  Afmelden
9 november 2017
 
malafide
betekenis
onbetrouwbaar, met slechte bedoelingen
 
uitspraak
[ma-la-fie-duh]

citaat
“De provincie heeft de schuld van het bedrijf dat de haven exploiteert overgenomen; het ging om een bedrag van 1,5 miljoen euro. Als dat niet zou zijn gebeurd, zou de haven via een veiling worden verkocht. Volgens de provincie waren er aanwijzingen dat malafide bedrijven hun slag wilden slaan.”
Bron: Brabant houdt jachthaven uit criminele handen (RTL Z, 6 november 2017)

woordfeit
Het woord malafide is ontleend aan de Latijnse woordgroep mala fide. Mala en fide staan daarin beide in de ablativus vrouwelijk enkelvoud (een van de vele naamvalsvormen in het Latijn), namelijk van malus ‘slecht’ en fides ‘trouw’. De ablativusvorm drukt vaak een betekenis uit die in het Nederlands met een voorzetsel moet worden omschreven – in dit geval ‘te’ of ‘van’: ‘te kwader trouw, van slechte trouw, slecht te vertrouwen’.
De tegenhanger van malafide is bonafide (‘te goeder trouw, betrouwbaar’), waarin bona de vrouwelijke ablativus is van bonus ‘goed’.
 
 
 
Aanbod van Onze Taal
De nieuwe Onze Taal
 
Taal en schrift: daaraan is bijna het hele novembernummer van Onze Taal gewijd. Of beter: taal en schriften, want het zijn er heel wat; denk alleen al aan cyrillisch, Arabisch en Hebreeuws schrift, Chinees karakterschrift en ons Latijnse alfabet.  

Waarom al die schriften? Wat zeggen ze over de talen die ze weergeven? En over hun gebruikers? Hoe zet je namen om van het ene schrift naar het andere? En hoe zit het met handschriften – vroeger, maar ook tegenwoordig, nu iedereen een smartphone heeft?

Om deze en veel meer andere vragen draait het in het extra dikke themanummer van Onze Taal, dat op 3 november verschenen is.
 
Nog geen lid van Onze Taal? Maak gebruik van onze aanbieding:
12 x Onze Taal (NL) + het boek Waar komt pindakaas vandaan? 
Aanbieding
 
Facebook
Twitter
LinkedIn
Google+
Doorsturen
Diensten Onze Taal
Nieuwsbrief