|
kazuifel (de) |
betekenis
opperkleed van een katholieke geestelijke
uitspraak
[ka-zui-fuhl]
citaat
“Er stond wel een vertaling achter. Maar er werd je alleen maar uitgelegd hoe je het moest doen. Niet wat het betekende. Je moest het boek verplaatsen, bellen, de kazuifel omhooghouden, je had heel veel tekst in het Latijn, je was voortdurend bezig en ik vond dat prachtig. Maar als ik geen misdienaarsbeurt had, en ik zat gewoon in de kerk, dan was er niet veel aan.”
Bron: Herman Finkers: ‘God heeft helemaal geen catechisatie nodig’ (Rien van den Berg, Nederlands Dagblad, 17 december 2016)
woordfeit
Een kazuifel is een mouwloos opperkleed dat een priester draagt bij het opdragen van de mis. De kleur van de kazuifel hangt af van de gelegenheid of de tijd van het jaar. Een overzicht hiervan is te vinden in de Wikipedia.
Het woord is een vernederlandsing van het middeleeuws Latijnse casubula, een afgeleide vorm van casula ‘mantel met capuchon, misgewaad’. Oorspronkelijk betekende casula ‘huisje, hutje’: het is een verkleinvorm van casa ‘huis, hut’. |
|
|
|
|
|