betekenis
onevenredig, niet in verhouding
uitspraak
[dis-pro-por-(t)sjo-neel]
citaat
“De 29-jarige Manning is een van de 275 veroordeelde mensen die van de vertrekkende president gratie krijgen of van wie de celstraf wordt verkort.
Obama noemde de straf van Manning vandaag ‘disproportioneel’, vergeleken met de straf die anderen kregen voor het lekken van geheimen.”
Bron: Obama waarschuwt: “Momentum voor tweestatenoplossing is voorbij aan het gaan” (De Morgen, 18 januari 2017)
woordfeit
Het Latijn kende het woord proportia voor ‘evenredigheid’. Het bijvoeglijk naamwoord voor ‘naar evenredigheid, in verhouding’, proportionalis, kwam in het Frans terecht als proportionnel en daarna in het Nederlands als proportioneel. Het Latijnse voorvoegsel dis- drukt vervolgens uit dat het om het tegendeel of het tegenovergestelde gaat. Een Nederlandsere variant van disproportioneel is buitenproportioneel.
|
|
|