|
diffuus |
betekenis
(hier:) onduidelijk, onscherp
uitspraak
[dif-fuus]
citaat
“Buitenlandse hulpverleners waren er toen nog nauwelijks in Oeganda, zoals bij de meeste van Afrika’s grote conflicten. Nu zijn ze overal, honderden tegelijk. Aan de frontlijn zijn voor ons de grenzen tussen agressie, compassie en uiteindelijk ook seks diffuus. Raak je afgestompt door geweld of wekt het juist adrenaline op?”
Bron: In rampgebied gaan normen snel schuiven (Koert Lindijer, NRC, 19 januari 2018)
woordfeit
Diffuus komt via het Franse diffus ‘verspreid, verstrooid’ van het Latijnse diffusus, het voltooid deelwoord van diffundere in de betekenis ‘(zich) verspreiden’. Een oudere betekenis van diffundere is ‘uitgieten, in verschillende richtingen laten stromen’: het woord is opgebouwd uit dis- ‘uiteen’ en fundere ‘gieten, storten’.
Diffuus wordt op verschillende manieren gebruikt. Diffuus licht is verstrooid, verspreid licht: licht dat niet (zichtbaar) van één bron afkomstig of op één punt gericht is, zoals licht dat door matglas valt. Een diffuus ziektebeeld is een ziektebeeld waarbij verschillende symptomen door elkaar lopen. Als los woord betekent diffuus vaak ‘onduidelijk, onscherp, zonder duidelijke grens/grenzen’. |
|
|
|
|
|
|
Aanbod van Onze Taal |
DeTaal-top-100 |
Een uitkomst in de dagelijkse taalpraktijk! Kort en duidelijk antwoord op honderd veelgestelde vragen over het Nederlands, met tal van voorbeelden. Bondig, praktisch en overzichtelijk.
Alle belangrijke onderwerpen komen aan bod: spelling, grammatica en leestekens. Ook wordt aandacht besteed aan de schrijfwijze van getallen, aardrijkskundige namen en de aanhef en afsluiting van mails en brieven. Het boek bevat verder enkele handige lijsten, bijvoorbeeld met oude naamvallen (zoals te allen tijde) en werkwoorden waar hen of hun bij hoort.
De Taal-top-100 kost € 19,90.
|
|
|
|
|
|
|
|