donderdag 16 januari 2014
 
 

(slaap)apneu

betekenis

tijdelijke ademhalingsstilstand (tijdens het slapen)

uitspraak

[a-pneu], [ap-neu] of [a-pnui]

citaat

"In Nederland lijdt gemiddeld een half miljoen mensen aan apneu. Vier van de vijf patiënten weten niet dat zij last hebben van slaapapneu en wijten aanwezige klachten aan andere oorzaken."
Bron: Nieuwe aanpak slaapapneu (De Telegraaf, 9 januari 2014)

woordfeit

Iemand die aan apneu of slaapapneu lijdt, heeft (tijdens het slapen) geregeld een ademhalingsstilstand. Dit leidt tot zuurstoftekort in het bloed, tot een onrustige slaap, herhaaldelijk wakker worden en vermoeidheidsklachten. De medische term apneu voor 'tijdelijke ademstilstand' komt via het Neolatijnse apnoea uit het Grieks. Het voorvoegsel a- betekent 'geen, niet, zonder' en pnoè/pnoiè 'wind, lucht, adem'.
Een verwant woord is pneumatisch 'op lucht werkend', in het Grieks pneumatikos. Dit is een afleiding van pneuma, een ander woord voor 'wind, lucht, adem'. En pneumonie betekent 'longontsteking'.

 
 
 
   
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.