Is het had of was in de zin: ‘Ik stond in de file, anders had/was ik wel eerder thuis geweest’?
Was is het best, zeker in schrijftaal: ‘Ik stond in de file, anders was ik wel eerder thuis geweest.’
Geweest wordt met het hulpwerkwoord zijn gecombineerd: ‘Zij is er geweest’, ‘Hij kan er best geweest zijn’ en dus ook ‘Anders was ik wel eerder thuis geweest.’
Had geweest komt vooral in de spreektaal wel voor – iets vaker in het westen dan in het oosten van het Nederlandse taalgebied. Het wordt als informeel gezien en past daarom niet zo goed in de schrijftaal. “Dit gebruik, dat vrijwel alleen in gesproken taal voorkomt, wordt door maar weinig taalgebruikers tot de standaardtaal gerekend”, zegt de Algemene Nederlandse Spraakkunst (onderaan, derde opmerking).
Irrealis
In ouder Nederlands kwam het hulpwerkwoord hebben bij het voltooid deelwoord geweest vaak voor in zogenaamde ‘irrealiszinnen’: zinnen die een niet-werkelijkheid uitdrukken – iets wat níét gebeurd is. Ook nu komen dat soort zinnen nog weleens voor. Een paar voorbeelden waarin had geweest een niet-werkelijkheid uitdrukt:
- Scoren had mooi geweest, maar met 0-0 zijn we niet ontevreden.
- Een beetje meer zon had wel prettig geweest.
- Het had beter geweest als je je verjaardag in het weekend had gevierd.
Oud verschijnsel
In het Nederlands van de Middeleeuwen was had geweest dus een algemeen verschijnsel. In de loop der eeuwen is het steeds meer uit de standaardtaal verdrongen. Had geweest is nog steeds niet ‘fout’, maar het hulpwerkwoord zijn is verreweg het gebruikelijkst in de voltooide tijd: ‘Anders was ik wel eerder thuis geweest’ dus.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!