Woordpost logo Onze Taal logo
dinsdag 19 november 2013
 
 

scabreus

betekenis

schunnig, onzedelijk, gewaagd

uitspraak

[ska-breus]

citaat

"H. dreigde Bergen op Zoom vol te hangen met naaktfoto's van het object van zijn aanbidding. Hij plaatste dergelijke scabreuze afbeeldingen ook op homosites en hij dreigde de familie van zijn vriendje op te hoogte te stellen van diens veronderstelde biseksualiteit."
Bron: Naaktfoto's homosite leiden tot telefoontjes wildvreemde mannen aan adres Bergenaar (BN DeStem, 14 november 2013)

woordfeit

Scabreus is in de zestiende of zeventiende eeuw ontleend aan het Franse scabreux 'ruw, netelig, schuin', dat teruggaat op het Latijnse scabrosus 'ruw'. Dat woord is gevormd met het bijvoeglijk naamwoord scaber 'ruw, vies, schurftig' en het achtervoegsel -osus 'vol van'. Zelf is scaber weer een afleiding van het werkwoord scabere 'krabben'. Van datzelfde woord is het Latijnse woord voor 'schurft' afgeleid: scabies, dat ook in het Nederlands voorkomt als scabiës.

 
 
 
  5000 Venijnige Dicteewoorden

Oefenen voor het Groot Dictee? Dat kan met onze 5000 venijnige dicteewoorden. Thuisgestuurd voor € 9,99 als u online bestelt.
 
 
  pointer Aan-/afmelden pointer Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.