donderdag 12 maart 2015
 
 

retrospectief (het)

betekenis

terugblik, overzichtstentoonstelling

uitspraak

[ree-tro-spek-tief]

citaat

"De IJslandse zangeres Björk heeft een retrospectief in het prestigieuze Museum of Modern Art in New York. De recensies van de tentoonstelling zijn echter niet mals."
Bron: New Yorkse tentoonstelling Björk slecht ontvangen (Nu.nl, 6 maart 2015)

woordfeit

Als bijvoeglijk naamwoord betekent retrospectief 'terugblikkend, gericht op het verleden'. Als zelfstandig naamwoord kan het zowel 'terugblik' betekenen als het specifiekere 'tentoonstelling waarbij wordt teruggeblikt op iemands leven en/of werk', oftewel 'overzichtstentoonstelling'.
Het woord is ontleend aan het Franse rétrospectif, dat gevormd is op basis van de Latijnse woorden retro 'terug, achteruit' en spectare 'zien, kijken'.

 
 
 
 


Taalboeken zijn snel en voordelig te bestellen via de Onze Taal-webwinkel.
 
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.