|
pudeur
betekenis
schaamte, schroom
uitspraak
[pu-deur]
citaat
"Ontroerende passages over zijn (gehandicapte) zoon – wiens ziekte hij echter nergens vermeldt, pudeur alweer – en over koning Boudewijn, met wie hij toch een uitzonderlijke band moet hebben gehad."
Bron: Memoires (Wilfried Martens) (Frederic De Meyer, Leven met boeken, 24 november 2013)
woordfeit
Pudeur is een Frans woord, dat in de negentiende eeuw in het Nederlands is overgenomen. Het gaat terug op het Latijnse woord pudor 'schaamte', dat met het werkwoord pudere 'zich schamen' samenhangt.
Pudeur betekent 'schaamte, verlegenheid' en op seksueel gebied 'preutsheid'. Een verwant woord is impudent(ie) 'onbeschaamd(heid)'.
|
|