dinsdag 26 augustus 2014
 
 

nefast

betekenis

funest, rampzalig

uitspraak

[nee-fast]

citaat

"Het gros van het huishoudelijk werk [blijft] steevast bij vrouwen liggen, ook al werken beide ouders voltijds. Dit kan nefast zijn voor de kansen van vrouwen om ook hun ambities buitenshuis waar te maken."
Bron: Vrouwenraad: Vlaamse besparingen treffen vrouwen en kinderen (Magda De Meyer, DeWereldMorgen.be, 22 augustus 2014)

woordfeit

Nefastus is Latijn voor 'verboden' of 'rampzalig'. Fastus betekent 'geoorloofd, toegestaan'; met ne- ervoor krijg je 'niet toegestaan'.
Fastus is afgeleid van fas 'goddelijke wet', 'wat is toegestaan (volgens de goddelijke wet)'; het was bij de Romeinen vooral bekend in de combinatie dies fasti 'zittingsdagen van de rechter' (later ook 'kalender'). Dies nefasti waren dagen waarop (bijvoorbeeld om religieuze redenen) geen recht mocht worden gesproken.
Nefast is in België een gangbaar woord; in Nederland komt het veel minder voor.

 
 
 
   
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.