|
libertijns
betekenis
met weinig respect voor (fatsoens)normen
uitspraak
[lie-ber-teins]
citaat
"Wie dus de moeite neemt om dit doopceel te lichten, komt daarna plots terecht in een libertijnse roman waarin Herman tegelijk aanhoudt met een lerares en een vroegrijp meisje van vijftien. Hermans fascinatie voor die laatste wordt door Claes in niets of niemand ontziende dialogen en vrijscènes beschreven."
Bron: 'Geluk ligt in een klein gaatje' (Paul Claes) (Frank Hellemans, Knack.be, 23 oktober 2013)
woordfeit
Libertijns is afgeleid van het woord libertijn, dat vanuit het Frans (libertin) in het Nederlands terechtgekomen is. Met libertijnen werden vanaf de zestiende eeuw mensen aangeduid die in de ogen van de kerk en andere autoriteiten veel te vrij, zedeloos en losbandig leefden. Hoewel in libertijns het Latijnse woord voor 'vrij', liber, te herkennen is, heeft libertijns vooral de betekenis 'té vrij', en is een libertijn een 'losbandig persoon, losbol'.
|
|