donderdag 9 juli 2015
 
 

jumelage (de)

betekenis

vriendschappelijke band, stedenband

uitspraak

[zju-muh-la-zjuh]

citaat

"Bruno en Odin kwamen half mei in het kader van de jumelage fietsend naar ons land, samen met bijna veertig plaatsgenoten."
Bron: Franse studenten over hun ervaringen in Nederland en hun stage bij Stichting Kasteel Keukenhof (Dichtbij.nl, 9 juli 2015)

woordfeit

Een jumelage is een band tussen twee organisaties of (meestal) twee steden. Het is een Frans leenwoord; het is afgeleid van jumeler 'koppelen, samenvoegen', dat zelf is afgeleid van jumeau 'tweeling'. Dat woord gaat terug op het Latijnse gemellus, de verkleinvorm van geminus 'tweeling'. (Gemini is ook de Latijnse naam voor het sterrenbeeld Tweelingen.)
Het woord jumeau komt ook voor in lits-jumeaux 'twee gelijke bedden naast elkaar' - een 'tweelingbed' dus.

 
 
 
 


 
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.