HAGEPREEK
UIT:
De ironie van de hypocrisie
(Michael Blok, Joop.nl, 24 april 2011)
CONTEXT:
Afgelopen donderdag werd de jaarlijkse Arondéuslezing in het Noord-Hollandse provinciehuis afgelast. Von der Dunk zelf zal op 27 april buiten bij het provinciehuis in Haarlem zijn redevoering gewoon alsnog geven, en heeft het de veelzeggende naam "Arondéus-HAGEPREEK" gegeven.
BETEKENIS:
een preek in de open lucht gehouden
UITSPRAAK:
[ha-guh-preek]
WOORDFEIT:
Hagepreken zijn de protestantse preken die voorafgaand aan de Beeldenstorm in de zestiende eeuw in de open lucht gehouden werden; ze waren verboden.
Het woorddeel haag- in hagepreek – letterlijk 'heg, haag' – had vooral de betekenis 'buiten de stad, waar hagen zijn'. Later kreeg haag- ook de betekenis 'geheim', 'heimelijk, onwettig'. Zo is een hagemunt een muntwerkplaats waar valse munten werden gemaakt.
|
|
|