|  | 
				grief (de)
			
				betekenis
			
				bezwaar, klacht, reden tot ontevredenheid
			 
				uitspraak
			
				[grief] 
			 
				citaat
			
				"Mede naar aanleiding van de grieven van het comité bundelde de waarnemend nationale ombudsman Frank van Dooren 
				eenentwintig klachten van burgers die door het comité werden aangedragen en die op zijn verzoek door de onafhankelijke 
				klachtencommissie moesten worden beoordeeld."
			Bron: Politiegeweld 
				in de Schilderswijk (Harm Ede Botje en Abdou Bouzerda, Vrij Nederland, 15 november 2014)
 
				woordfeit
			
				Het woord grief is rond het jaar 1300 overgenomen uit het Frans, met de betekenis 'leed, verdriet'. In het Frans en in
				het Nederlands ontwikkelde de betekenis zich later tot 'bezwaar, klacht'. Grief gaat terug op het Latijnse
				bijvoeglijk naamwoord gravis 'zwaar'. 
				In het citaat hierboven is grieven het meervoud van grief. Er bestaat ook een werkwoord grieven, met de betekenis 
				'krenken, kwetsen'; vooral het voltooid deelwoord daarvan komt geregeld voor: gegriefd is 'gekrenkt, beledigd'.
 |  |