dinsdag 18 november 2014
 
 

grief (de)

betekenis

bezwaar, klacht, reden tot ontevredenheid

uitspraak

[grief]

citaat

"Mede naar aanleiding van de grieven van het comité bundelde de waarnemend nationale ombudsman Frank van Dooren eenentwintig klachten van burgers die door het comité werden aangedragen en die op zijn verzoek door de onafhankelijke klachtencommissie moesten worden beoordeeld."
Bron: Politiegeweld in de Schilderswijk (Harm Ede Botje en Abdou Bouzerda, Vrij Nederland, 15 november 2014)

woordfeit

Het woord grief is rond het jaar 1300 overgenomen uit het Frans, met de betekenis 'leed, verdriet'. In het Frans en in het Nederlands ontwikkelde de betekenis zich later tot 'bezwaar, klacht'. Grief gaat terug op het Latijnse bijvoeglijk naamwoord gravis 'zwaar'.
In het citaat hierboven is grieven het meervoud van grief. Er bestaat ook een werkwoord grieven, met de betekenis 'krenken, kwetsen'; vooral het voltooid deelwoord daarvan komt geregeld voor: gegriefd is 'gekrenkt, beledigd'.

 
 
 
   
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.