florissant
betekenis
bloeiend, welvarend, gunstig, voorspoedig, rooskleurig
uitspraak
[flo-rie-sant]
citaat
"Zo is nu nog niet duidelijk wie het financiële gat van 1 miljoen euro bij het Muziekgebouw op moet vangen.
Ook de Effenaar staat er financieel niet florissant voor."
Bron: Van Dorst:
geen ja en geen nee tegen fusieplan Muziekgebouw (Studio 040, 17 april 2015)
woordfeit
Het Franse leenwoord florissant betekent letterlijk 'bloeiend': het is het tegenwoordig deelwoord van het
Oudfranse werkwoord florir 'bloeien'. Dit gaat terug op het Latijnse florere 'bloeien', dat is afgeleid
van het zelfstandig naamwoord flos 'bloem'. Aan datzelfde florere heeft het Nederlands ook
floreren 'gedijen' (eigenlijk 'bloeien', maar dan figuurlijk gebruikt) te danken.
|