donderdag 17 september 2015
 
 

fiducie (de)

betekenis

vertrouwen

uitspraak

[fie-duu-sie]

citaat

"In het debat blijken oppositiepartijen er echter tot nu toe weinig fiducie in te hebben."
Bron: 'Nog steeds vertrouwen in asielplan' (De Telegraaf, 10 september 2015)

woordfeit

Ergens fiducie in hebben betekent 'erop vertrouwen dat iets goed afloopt'. Het woord fiducie komt via het Frans van het Latijnse fiducia 'vertrouwen, zelfvertrouwen'. Dat woord is afgeleid van het werkwoord fidere 'vertrouwen'. Een verwant woord is fideel 'trouwhartig'.
In de praktijk wordt fiducie weleens uitgesproken en geschreven als fiductie, naar analogie van woorden als productie en constructie, maar die t is toch echt niet juist.

 
 
 
 


 
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.