| 
				fiducie (de)
			
				betekenis
			
				vertrouwen
			 
				uitspraak
			
				[fie-duu-sie] 
			 
				citaat
			
				"In het debat blijken oppositiepartijen er echter tot nu toe weinig fiducie in te hebben."
			Bron: 'Nog steeds vertrouwen 
				in asielplan' (De Telegraaf, 10 september 2015)
 
				woordfeit
			
				Ergens fiducie in hebben betekent 'erop vertrouwen dat iets goed afloopt'.
				Het woord fiducie komt via het Frans van het Latijnse fiducia 'vertrouwen, zelfvertrouwen'. 
				Dat woord is afgeleid van het werkwoord fidere 'vertrouwen'. Een verwant woord is fideel 'trouwhartig'.  
				In de praktijk wordt fiducie weleens uitgesproken en geschreven als fiductie, naar analogie van woorden als
				productie en constructie, maar die t is toch echt niet juist.
 |