donderdag 1 augustus 2013
DOOPCEEL
UIT:
'Waarom moest ik kaltgestellt worden?' (Sander 't Sas, Jan Born Elsevier, 29 juli 2013)

CONTEXT:
Hij boert goed. Totdat hij merkt dat hij wordt tegengewerkt. Hij stelt dat hij wordt afgeluisterd en dat zijn DOOPCEEL wordt gelicht.

BETEKENIS:
geboortebewijs

UITSPRAAK:
[doop-seel]

WOORDFEIT:
Een doopceel is van oudsher het officiële document waarin vermeld is dat en wanneer iemand gedoopt is. Aangezien vroeger vrijwel iedereen gedoopt werd, was de (of: het) doopceel in feite vergelijkbaar met onze huidige geboorteakte. Tegenwoordig wordt de term vrijwel alleen nog figuurlijk gebruikt in de uitdrukking iemands doopceel lichten: 'iemands antecedenten nagaan', 'nagaan wat iemand in het verleden (voor negatiefs) heeft gedaan'.
Doopceel is een samenstelling van doop en ceel/cedel/cedul. Een cedel is een schriftelijk bewijsstuk. Het woord is te herleiden tot het Latijnse schedula 'stukje papier'.





Taalkalender

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.