donderdag 23 mei 2013
COTERIE
UIT:
Tolerantie (Ewald Engelen, De Groene Amsterdammer, 22 mei 2013)

CONTEXT:
Afgelopen zondag noemde Ian Buruma bij Buitenhof de Europese Commissie en haar COTERIE een moderne aristocratie die heilig gelooft in haar eigen goede bedoelingen en daardoor niets begrijpt van de oplaaiende euroscepsis. Daarmee sloeg Buruma de spijker op de kop.

BETEKENIS:
besloten gezelschap, 'kliek'

UITSPRAAK:
[ko-tuh-rie]

WOORDFEIT:
Het Franse woord coterie duidde in de Middeleeuwen een vereniging van boeren op een adellijke bezitting aan. Later kreeg het de algemene betekenissen 'genootschap' en 'besloten gezelschap'. In het Nederlands heeft coterie veelal de bijklank van 'clubje mensen dat anderen (die er niet bij horen) uitsluit'.
Overigens heeft coterie een Germaans tintje: het is – waarschijnlijk net als cotier, een Oudfrans woord voor 'boer' – afgeleid van een Germaans woord dat 'hut' betekende. Dat woord is verwant aan kot 'kleine (vaak armoedige) woning' en het Engelse cottage 'hutje, huisje'.





de Taalkalender

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.