donderdag 17 juli 2014
 
 

conglomeraat (het)

betekenis

grote onderneming met uiteenlopende divisies

uitspraak

[kon-glo-muh-raat]

citaat

"VDL, het industrieconglomeraat uit Eindhoven, bleek bereid de noodzakelijke verbouwing van de fabriek te betalen en Nedcar over te nemen van de Japanners. En toen zag het er allemaal opeens heel anders uit."
Bron: De wonderbaarlijke wederopstanding van Nedcar (Paul van der Steen, NRC Q, 17 juli 2014)

woordfeit

Een conglomeraat in economische zin is een (zeer) grote onderneming, onderverdeeld in divisies die vaak weinig of niets met elkaar te maken hebben (zie ook Wikipedia). Bekende conglomeraten zijn Siemens en General Electric.
Het woord komt van het Franse conglomérat 'opeenhoping, samenklontering'. Dat woord is afgeleid van het Latijnse conglomerare 'samenhopen', dat gevormd is uit com- 'samen' en glomerare 'tot een kluwen opwinden'; dat laatste is een afleiding van glomus 'kluwen'.

 
 
 
   
 
   Aan-/afmelden  Archief  
 
  Woordpost is een gratis uitgave van het Genootschap Onze Taal. Deze nieuwsbrief verschijnt op dinsdag en donderdag.