conglomeraat (het)
betekenis
grote onderneming met uiteenlopende divisies
uitspraak
[kon-glo-muh-raat]
citaat
"VDL, het industrieconglomeraat uit Eindhoven, bleek bereid de noodzakelijke verbouwing van de fabriek te betalen en Nedcar over te nemen van de Japanners. En toen zag het er allemaal opeens heel anders uit."
Bron: De wonderbaarlijke wederopstanding van Nedcar (Paul van der Steen, NRC Q, 17 juli 2014)
woordfeit
Een conglomeraat in economische zin is een (zeer) grote onderneming, onderverdeeld in divisies die vaak weinig of niets met elkaar te maken hebben (zie ook Wikipedia). Bekende conglomeraten zijn Siemens en General Electric.
Het woord komt van het Franse conglomérat 'opeenhoping, samenklontering'. Dat woord is afgeleid van het Latijnse conglomerare 'samenhopen', dat gevormd is uit com- 'samen' en glomerare 'tot een kluwen opwinden'; dat laatste is een afleiding van glomus 'kluwen'.
|