donderdag 11 maart 2010
BURLESKE
UIT:
'La grande bouffe' op de planken (Geert Sels, De Standaard, 9 maart 2010)

CONTEXT:
Het gebeuren in 'La grande bouffe' is dermate van de kookpot gerukt dat er geen identificatie mogelijk is. Puur op basis van wat er op toneel vertoond wordt, kan men niet anders dan besluiten naar een BURLESKE gekeken te hebben. Deze voorstelling maakt pijnlijk duidelijk dat het geen zin heeft om filmrealisme op toneel na te bootsen.

BETEKENIS:
klucht, plat-komisch stuk

UITSPRAAK:
[bur-les-kuh]

WOORDFEIT:
In de achttiende eeuw nam het Nederlands het Franse bijvoeglijk naamwoord burlesque over als burlesk 'komisch, boertig'. Pas vanaf de jaren vijftig staat in Van Dale ook de burleske voor 'komisch gedicht of stukje', 'klucht'. Andere specifieke betekenissen zijn 'muzikale scherts' en 'komische operette'.
Via het Frans gaan de woorden terug op het Italiaanse burlesco, dat van burla 'poets, scherts' is afgeleid. Het is mogelijk dat er aan de basis ooit een Latijns woord gelegen heeft voor 'grove wollen stof', die als 'boerse stof/kleding' werd gezien.





5 nummers voor 13,50

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.