|
apodictisch |
betekenis
met stelligheid gebracht
uitspraak
[a-po-dik-ties]
citaat
"In nogal esoterische passages zegt hij te zoeken naar 'een witte plek op de kaart, die ik zelf helemaal mooi leeg mocht zien te houden'. De wereld is 'ingevuld', maar die plek blijft open. Het is niet zelden duister wat Thomése hier schrijft, maar intuïtief lijken die apodictische zinnen raak."
Bron: De papierbende van P.F. Thomése is verkillend fraai (Jeroen Vullings, Vrij Nederland, 24 juli 2016)
woordfeit
Het woord apodictisch komt via het Duits en het Latijn van het Griekse apodeiktikos 'bewijskrachtig', dat is afgeleid van apodeiktos 'bewijsbaar'. Dat is weer een afleiding van apodeiknunai 'aantonen, bewijzen': deiknunai betekent 'tonen' en apo- is volgens de etymologische naslagwerken een voorvoegsel dat voltooiing suggereert.
De oudste betekenis van apodictisch is 'onweerlegbaar, noodzakelijk waar'; in die betekenis wordt het woord onder meer in de filosofie gebruikt, bijvoorbeeld in een apodictisch bewijs. Een afgeleide, algemenere betekenis is 'met stelligheid gebracht', zoals in een apodictische uitspraak. |
|
|
|
|
|
|