|
apaiseren
betekenis
kalmeren
uitspraak
[a-pè-zee-ruhn]
citaat
"Het museum heeft nu een 'menselijke bulldozer' nodig. Een puinruimer die het museum intern en extern oppoetst en apaiseert. 'Mensen zeggen: "Maar Ann, dat kun jij toch goed." Ja, misschien. Maar moet ik dat willen?'"
Bron: Ann Demeester: Mijn agressie is iets getemperd (Rinskje Koelewijn, NRC Reader/www.elinea.nl, 9 februari 2014)
woordfeit
Apaiseren, eind zestiende eeuw al in het Nederlands aangetroffen, komt rechtstreeks van het Franse apaiser. Het basiswoord daarin is het Oudfranse pais 'vrede', dat teruggaat op het Latijnse pax 'vrede'. In het Nederlands kennen we pais nog in de tautologische uitdrukking pais en vree. A- is in apaiser een versterkend voorvoegsel.
|
|