donderdag 30 augustus 2012
AANMATIGEND
UIT:
Niemand neemt de media hun geliefde frame van een tweestrijd af (Johan Fretz, de Volkskrant, 29 augustus 2012)

CONTEXT:
Toen kwam het zogeheten premiersdebat. Ook al zo AANMATIGEND. Wat heb ik aan een premiersdebat als ik bij de verkiezingen niet op een kandidaat kan stemmen die bij het verkrijgen van de meeste stemmen ook daadwerkelijk automatisch premier wordt?

BETEKENIS:
arrogant, pretentieus, pedant

UITSPRAAK:
[aan-ma-tuh-guhnt]

WOORDFEIT:
Zich iets aanmatigen betekent 'iets ten onrechte voor zich opeisen, ergens op ongepaste wijze aanspraak op maken'; voorheen betekende het ook 'iets voor zichzelf op de juiste maat laten brengen'. Die laatste betekenis hoort nu vooral bij het verwante zich aanmeten. De negatieve betekenis van zich iets aanmatigen klinkt nog sterker door in het tegenwoordig deelwoord aanmatigend.
Zich aanmeten is inheems Nederlands; zich aanmatigen is ontleend aan het Duitse sich anmaßen en is waarschijnlijk beïnvloed door zich matigen, dat in zekere zin het tegenovergestelde betekent: 'zich bescheiden opstellen'.





de Taalkalender

Aanmelden of afmelden
Archief
Woordpost is een uitgave van het Genootschap Onze Taal.
Deze nieuwsbrief wordt op dinsdag en donderdag gratis per e-mail naar belangstellenden gestuurd.