werkwoord | betekenis |
onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wakeboarden | waterskiën op een brede ski | ik wakeboard, jij/hij wakeboardt | jij/hij wakeboardde | gewakeboard |
wappen | internetten of e-mailen via een wapverbinding | ik wap, jij/hij wapt | jij/hij wapte | gewapt |
wardriven | rondrijden met een auto en een computer uitgerust met wifi-apparatuur | ik wardrive, jij/hij wardrivet | jij/hij wardrivede | gewardrived |
wasten | verloren laten gaan | ik waste, jij/hij wastet | jij/hij wastete | gewastet |
waterpoloën | waterpolo spelen | ik waterpolo, jij/hij waterpoloot | jij/hij waterpolode | gewaterpolood |
waven | de 'wave' doen (snel na elkaar opstaan zodat een golfbeweging ontstaat) | ik wave, jij/hij wavet | jij/hij wavede | gewaved |
waxen | met was behandelen | ik wax, jij/hij waxt | jij/hij waxte | gewaxt |
webcammen | met een webcam opnames maken | ik webcam, jij/hij webcamt | jij/hij webcamde | gewebcamd |
webcasten | uitzenden op het web | ik webcast, jij/hij webcast | jij/hij webcastte | gewebcast |
webdaten | contact leggen via het web | ik webdate, jij/hij webdatet | jij/hij webdatete | gewebdatet |
webenablen | direct op het internet (laten) aansluiten | ik webenable, jij/hij webenablet | jij/hij webenablede | gewebenabled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: webenabelen | ik webenabel, jij/hij webenabelt | jij/hij webenabelde | gewebenabeld | |
webhosten | een website faciliteren | ik webhost, jij/hij webhost | jij/hij webhostte | gewebhost |
webloggen | een weblog bijhouden | ik weblog, jij/hij weblogt | jij/hij weblogde | geweblogd |
websurfen | internetten | ik websurf, jij/hij websurft | jij/hij websurfte/ websurfde | gewebsurft/ gewebsurfd |
webvertisen | adverteren op internet | ik webvertise, jij/hij webvertiset | jij/hij webvertisede | gewebvertised |
weightwatchen | een bepaald dieet volgen | ik weightwatch, jij/hij weightwatcht | jij/hij weightwatchte | geweightwatcht |
whatsappen | berichten uitwisselen via WhatsApp | ik whatsapp, jij/hij whatsappt | jij/hij whatsappte | gewhatsappt |
wheelen en dealen | regelen, ritselen | ik wheel en deal, jij/hij wheelt en dealt | jij/hij wheelde en dealde | gewheeld en gedeald |
whiffen | de bal compleet missen bij golf | ik whiff, jij/hij whifft | jij/hij whiffte | gewhifft |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik whif, jij/hij whift | jij/hij whifte | gewhift | |
whisten | whist spelen | ik whist, jij/hij whist | jij/hij whistte | gewhist |
whitelisten | op een witte lijst zetten | ik whitelist, jij/hij whitelist | jij/hij whitelistte | gewhitelist |
whitewashen | hout bleken met kalkwas | ik whitewash, jij/hij whitewasht | jij/hij whitewashte | gewhitewasht |
wifeswappen | aan partnerruil doen | ik wifeswap, jij/hij wifeswapt | jij/hij wifeswapte | gewifeswapt |
wiiën | met een Nintendo Wii spelen | ik wii, jij/hij wiit | jij/hij wiide | gewiid |
wildwaterraften | met een vlot varen | ik wildwaterraft, jij/hij wildwaterraft | jij/hij wildwaterraftte | gewildwaterraft |
wilfen | tijdens het internetten vergeten waar je naar op zoek was; ronddwalen op internet | ik wilf, jij/hij wilft | jij/hij wilfte | gewilft |
windowdressen | opsmukken | ik windowdress, jij/hij windowdresst | jij/hij windowdresste | gewindowdresst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik windowdres, jij/hij windowdrest | jij/hij windowdreste | gewindowdrest | |
windowshoppen | etalages bekijken | ik windowshop, jij/hij windowshopt | jij/hij windowshopte | gewindowshopt |
windsurfen | plankzeilen | ik windsurf, jij/hij windsurft | jij/hij windsurfte/ windsurfde | gewindsurft/ gewindsurfd |
wiren | telegraferen | ik wire, jij/hij wiret | jij/hij wirede | gewired |
wirewrappen | bedrading van technische apparatuur omwikkelen | ik wirewrap, jij/hij wirewrapt | jij/hij wirewrapte | gewirewrapt |
woofen | een 'woof' uitdelen, bijv. in een datingapp | ik woof, jij/hij wooft | jij/hij woofte | gewooft |
wordfeuden | Wordfeud spelen | ik wordfeud, jij/hij wordfeudt | jij/hij wordfeudde | gewordfeud |
workshoppen | een workshop volgen | ik workshop, jij/hij workshopt | jij/hij workshopte | geworkshopt |
worryen | zich zorgen maken | ik worry, jij/hij worryt | jij/hij worryde | geworryd |
wrappen | wraps eten/klaarmaken; inpakken | ik wrap, jij/hij wrapt | jij/hij wrapte | gewrapt |