Een boek is een levenloos ding, maar toch kun je zeggen dat het iets beschrijft – alsof het om een mens gaat. Dat heet personificatie, een stijlfiguur waarbij een ding of een abstract begrip als persoon wordt opgevoerd.

Personificaties komen in allerlei teksten voor, bijvoorbeeld in literatuur en columns:

  • De wind huilt.
  • Het huis zuchtte onder de zware last.
  • Terwijl ik nadacht, staarde het lege scherm me aan.
  • Uiteindelijk overwon de waarheid de leugen.

Maar ook in ‘gewone’, informatieve en zakelijke teksten komen personificaties voor. Vooral instanties en organisaties kunnen vrij gemakkelijk menselijke handelingen uitvoeren. Je denkt dan algauw aan de medewerkers of andere personen die samen de organisatie vormen.

Voorbeelden van personificaties in zakelijker teksten:

  • Nijmegen loopt voor de troepen uit op dit punt!
  • Als de kerk positief en uitnodigend is, houdt ze mensen binnen.
  • De nota bespreekt het thema uitvoerig.
  • Dit hoofdstuk legt uit wat de invloed van armoede is.

Kwestie van stijl

Het blijft een kwestie van smaak én stijl of een personificatie niet te veel afleidt of opvalt. Hoe meer een werkwoord gevoelens en echt menselijke acties uitdrukt, hoe gekker personificaties voor veel taalgebruikers zullen klinken:

  • De notitie struikelt over de voor- en tegenargumenten.
  • De smartphone op het nachtkastje keek hem boos aan.
  • Haar oren tastten de omgeving af.

Herschrijven

Als je een personificatie wilt herschrijven, kun je twee dingen doen:

  1. een minder menselijk werkwoord kiezen;
  2. een persoon in de zin brengen (of suggereren).

De zin ‘Het eerste hoofdstuk legt uit hoe dat werkt’ kan bijvoorbeeld zo geformuleerd worden:

  • Het eerste hoofdstuk gaat over de vraag: hoe werkt dat?
  • Het eerste hoofdstuk gaat over de manier waarop dat werkt.
  • In het eerste hoofdstuk staat hoe dat werkt.
  • In het eerste hoofdstuk is te lezen hoe dat werkt.
  • In het eerste hoofdstuk legt de auteur uit hoe dat werkt.
  • In het eerste hoofdstuk wordt uitgelegd hoe dat werkt. (Achter wordt uitgelegd gaat een persoon schuil, namelijk de schrijver van het eerste hoofdstuk. Die hoeft niet expliciet vermeld te worden als de schrijver bekend is.)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!